VERSNELLINGEN.
 
 
 
  (1) Soorten versnellingen 
 
    Wat ons vooral interesseert zijn de gevolgen van +Gz krachten bij gevechtspiloten op de proteïnurie en de hematurie. 

    In een artikel daterend van 1972 (5)(6)wordt een studie beschreven bij honden die blootgesteld werden aan +2,5 Gz , één uur per dag en vijf dagen per week. 

      

    Dit experiment gaf de volgende resultaten 

      

    - hematurie vanaf het tweede uur 

    - proteïnurie minder dan 1 gr vanaf het 30 o uur 

    - anatomopathologische letsels van de nieren zoals gezien wordt bij hartdecompensatie. 

     

    De vraag is of deze dierexperimenten kunnen geëxtrapoleerd worden naar de mens toe. 

     

(2) Proteïnurie

  

    Blootstelling aan hoge +Gz krachten veroorzaakt aanzienlijke belasting van verschillende orgaansystemen met inbegrip van de nieren. 

      

    Een recente studie die uitgevoerd werd in Oslo vergeleek proteïnurie na centrifugetraining en na luchtgevecht manoeuvre training op F16. (air combat maneuver = ACM) (7) 

      

    Gedurende de experimenten op de menselijke centrifuge -tot uitputting of grey-out - werden belangrijke hoeveelheden proteïnen en hyaline cylinders gevonden in 17 van de 20 gevechtspiloten na centrifugatie. 

    De G -belasting schommelde tussen +3,5 en +5,5 het anti -G pak werd niet gedragen. De gemiddelde tijdsduur in de centrifuge was 15 minuten. Ter vergelijking werd een andere groep van 19 gevechtspiloten onderzocht na ACM training met anti -G pak. Geen enkele van deze groep vertoonde proteïnurie. De proteïnurie is hoogst waarschijnlijk een indicatie van een ernstige vermindering van de nierdoorbloeding (renal blood flow RBF) tijdens centrifugatie.   

 
    (a) Waarom wordt proteïnurie veroorzaakt door centrifugatie ? 

      
    Hoge +Gz belasting kan beschouwd worden als een sterk toegenomen orthostatische situatie. Daarenboven beschermt de piloot zich door middel van vermoeiende strainingmaneuvers (zie bijlage 2) waarbij grote spiergroepen meespelen. Een vergelijking met orthostatische en inspanningsproteïnurie is dus vanzelfsprekend. 
      

    De urinaire excretie van plasma proteïnen hangt af van drie factoren : het glomerulair transport van protemen, de reabsorptie van proteïnen in de proximale tubulus en de mogelijkheid van proteïnelekkage in de distale tubulus, ducti colligentes, ureters, blaas en urethra. 

    Tijdens orthostase en oefeningen gaan kleine proteïnemoleculen, zoals albumine, veel vlugger "lekken" dan plasma proteïnen met een groter moleculair gewicht. De glomerulus gaat ook meer proteïnen doorlaten naarmate de glomerulaire filtratie van water en opgeloste stoffen vermindert. Meerdere regelmechanismen pogen de bloedsvoorziening van de hersenen stabiel te houden, ten koste van de bloedstroom naar andere organen, zoals de nier. Verandering van liggende naar staande positie gaat gepaard met een 30 a 50% vermindering van de RBF. Deze renale vasoconstrictie hangt zowel af van nerveuse als van hormonale stimulatie en wordt uitgelokt door de drukreceptoren in het hart en in de grote arteries. Oefening gaat 00k gepaard met renale vasoconstrictie. Gedurende uitputtende oefeningen kan de RBF verminderen tot 25 % van de rustwaarde. 
      

    De hoge +Gz blootstelling combineert zowel orthostatische als inspanningsstress. Het is dus meest waarschijnlijk dat de proteïnurie die tijdens centrifugatie vastgesteld wordt, het gevolg is van een ernstige vermindering van de RBF. 

      
    (b) Wat is het verschil tussen de centrifugegroep en de A-omroep ? 

      
    De totale +Gz blootstelling was meerdere keren groter in de centrifugegroep dan in de ACM -groep. Verder droeg de ACM -groep het anti- G -pak terwijl de personen in de centrifugegroep dit niet deden. 

    De aanhoudende +Gz belasting in de centrifugegroep gaf geen mogelijkheid tot rust, en de test duurde verder tot de proefpersoon uitgeput was. 
      

    In de ACM groep hadden de piloten tussenperiodes met lage +Gz belasting en ze gingen niet tot hun limiet van de +Gz tolerantie. 

      Het schijnt dus dat de duur van de +Gz belasting belangrijker is dan de piek +GZ -belasting met betrekking tot proteïnurie. Het is verder ook mogelijk dat een anti -G-pak beschermt tegen proteïnurie. Intermittente +Gz stress tot 40 sec. aan 8 G veroorzaakte geen proteïnurie bij personen die beschermd waren door middel van een anti-G-pak. Er kan ook een verschil zijn in de psychologische stress van de twee situaties, wat kan leiden tot verschillen in nerveuse en hormonale stimulatie. Mogelijk is de stress hoger in de centrifuge die men niet gewoon is, onaangenaam is en waarover de proefpersoon geen controle heeft. 
     
    (c)Besluit. 

     

    Voorbijgaande proteïnurie na hoge +Gz belasting is een functionele toestand en is geen teken van nierziekte. De toekomstige gevechtsvliegtuigen met lager gewicht en grotere stuwkracht, zullen de piloten dichter bij hun limiet van de +Gz tolerantie brengen. Het gebruik van vasoconstrictoren werd gesuggereerd om deze limieten te verleggen. Deze geneesmiddelen, in combinatie met lang aangehouden en hoge +Gz blootstelling, zou de nierdoorbloeding dermate kunnen verminderen, zodat acute nierinsufficientie zou kunnen optreden. 
       (3) Hematurie

      
     

    Zoals hoger reeds gemeld (zie punt l b), wordt microscopische hematurie bij jongeren vaak veroorzaakt door sport en andere activiteiten. Helikopter piloten worden onderworpen aan herhaalde trillingen en gevechtspiloten aan hoge +Gz krachten. Daardoor kunnen deze piloten een verhoogd risico hebben van microscopische hematurie die tijdens routine screening kan vastgesteld worden. Indien dergelijk verband zou kunnen aangetoond worden, kunnen onnodige investigaties (met hun morbiditeit zelfs mortaliteit) vermeden worden. 
      
      
    In 1986 werd met dit doel een studie gemaakt in Israël op 282 piloten (8). Het was een follow-up studie over een periode van 15 jaar. 

    De voornaamste bevinding van de studie is dat de stress van het besturen van helikopter, gevechts - en transportvliegtuig gedurende de dag voor het urineonderzoek geen verhoogde prevalentie had van microscopische hematurie in vergelijking met een controle groep. Er was ook geen significant verschil van de incidentie van recidiverende microscopische ;.hematurie wanneer de drie groepen (helikopter, gevechts- en transportvliegtuig) van piloten vergeleken werden. 

     
    Luchtdienst veroorzaakt geen microscopische hematurie noch chronisch noch gedurende de dag na de vliegstress. De noodzaak van volledige urologische en nefrologische op puntstelling bij jonge mannen met geïsoleerde asymptomatische microscopische hematurie is controversieel. In een studie aan de Mayo Clinic bij doorverwezen en andere patiënten, werd bij 20% een belangrijk urologisch letsel gevonden en de ernst van de hematurie kon niet voorspellen bij welke patiënten er letsels zouden zijn. Dit staat in contrast met een studie van de Israëli’s bij 161 jonge mannen met recidiverende microscopische hematurie waar geen evidente pathologie gevonden werd over een gemiddelde follow-up periode van 7,6 jaar. De selectie van de patiënten en de ouderdom heeft ongetwijfeld bijgedragen tot de vastgestelde verschillen 

    De verhouding risico/ nut om een cystoscopie of een IVP aan te raden is niet duidelijk. Het gebruik van niet - invasieve onderzoeken zoals echografie en urine cytologie, bij asymptomatische microscopische hematurie bij jonge mannen verdient de aandacht. 
      

 [Terug] [inleiding] [probleemstelling] [vluchtfactoren] [versnellingen] [vibraties] [drukverandering] [hydrazine