Er is een algemeen aanvaarde kosmologie die start met een explosie veroorzaakt
door niets. Dit is de Lemaitre-Ganow theorie, die de weg opspoorde van
de uitzettende sterrenstelsels om de plaats van de explosie, die ongeveer
14.5 miljard (laatste meting van door Hubble telescoop) jaren geleden plaats vond, te vinden. Een explosie die sterk
genoeg was om de sterrenstelsels uit elkaar te laten spatten. Een solide
klomp die alle materie van het waarneembare universum inhield, met een
massa die miljoenen malen zwaarder was dan een superzware ster. Volgens
deze theorie is de oerklomp, yelm genaamd, geëxplodeerd en verspreidde
zijn materie zich in alle richtingen. Wat dit veroorzaakt heeft is één
van de vele voor de mensheid verborgen geheimen.
Omtrent deze theorie staan verschillende wetenschappers sceptisch tegenover elkaar. Een recente toevoeging van de Big Bang is het Zwarte Gat, waarin de materie verdwijnt en zich condenseert in een super dicht lichaam dat door implosie weer een explosie kan veroorzaken. Wij weten helemaal niet uit welk soort brandstof de knal is ontstaan vermits ze verdween tijdens het proces. Een andere theorie zegt dat het universum samengetrokken is in een ambi-plasma van versmolten atomen. Sinds ambi-plasma voor mogelijk gehouden wordt, weten wij dat het ingrediënten bevat van materie en antimaterie. Beide zouden gevormd kunnen worden. Door annihilatie van elkaar zou dit de kracht geweest zijn voor de knal, omdat materie en antimaterie resulteren in energie en energie resulteert in materie. Een andere theorie gaat over hetgeen gebeurde vóór de knal, in termen van tijdomkering. Indien de "yelm" een gigantisch zwart gat was, kan de massieve zwaartekracht gestopt zijn op een bepaald punt en een terugschakeling van zich zelf hebben bewerkstelligd. De inhoud wordt dan weer in ons eigen relatieve tijdstraject geworpen. Wij krijgen nu het tegenovergestelde van de ineenstorting. Zodat wat er vóór de knal bestond niets anders is dan het teruggaan naar de originele toestand. Het is wel onwaarschijnlijk dat alles weer op de juiste plaats staat of dezelfde evolutie doorloopt, aangezien toeval een grote rol speelt in onze natuur. Wij kunnen deel uitmaken van een pulserend geheel van orde naar wanorde en vice-versa. Er zijn maar twee echte bewijsvoeringen van de Big Bang theorie.
|