Wij zullen dan getuige zijn van de eerste veranderingen. Wij kunnen
de sterren van heden nog steeds herkennen, maar ze zijn merkelijk verplaatst.
Het zonnestelsel heeft dan de rand van ons melkwegstelsel bereikt. Wij
zullen het niet langer meer bekijken van op zijn zijde, maar we zien het
zoals de primitieve mens dit deed miljoenen jaren geleden, we kijken recht
in het hart van onze melkweg.
Een miljoen jaar is één enkele seconde in de ruimte/tijd.
Onze aarde heeft nog een bestaan van miljarden jaren voor de zon haar inhaleert
bij haar finale uitzetting. Alle leven zal dan vernietigd worden door ultraviolette
straling en door het verdwijnen van de atmosfeer. Binnen vijf miljard jaar
zal de aarde een woestijn zijn met kokende zeeën en gloeiende rotsen.
De uitzettende zon zal de binnenplaneten in zich opnemen. Dit maakt echter
geen verschil uit, omdat het zonnestelsel toch zal sterven wanneer de nucleaire
brandstof van de zon zal zijn opgebruikt. Deze zal opnieuw krimpen als
haar energie uitgeput is door de overheersende gravitatie. Hoe dit proces
werkt leg ik later uit. In een bestek van enkele miljoenen jaren zal ze
afkoelen tot een steriele bol, ongeveer de grootte van Jupiter, en uitdoven.
Alleen de resten zullen getuige zijn van een pad door de ruimte/tijd.
Het universum is tegen die tijd ook veranderd. De uitzetting ervan,
die wij nu waarnemen en die verder is gegaan gedurende deze periode, zal
een opmerkelijk effect hebben. De sterrenstelsels zullen kleiner in aantal
zijn en verder uit elkaar liggen. Reusachtige wolken van gas en stof zullen
ze als een nevel bedekken en de horizon van de observatie en communicatie
zal toenemend verstoord worden door achtergrondruis, hoofdzakelijk door
de stijgende achtergrondwarmte die sterkere radiogolven produceert.
Door de ruimte/tijdschaal nog verder te versnellen zullen sterrenstelsels
voorkomen als heldere flitsen wanneer zij door hun cyclus van geboorte
en dood gaan. Ook ons melkwegstelsel zal worden gereduceerd tot radioactief
stof en gas.
Sommige sterrenstelsels zijn samengesteld uit materie, andere uit antimaterie
en een mogelijkheid tot botsen bestaat. Een botsing die een gigantische
energie produceert in ware stormen van radioactiviteit. Deze energie zal
op haar beurt geabsorbeerd worden door de grote wolken gas en stof en een
klein gedeelte van deze nevel zal beginnen te gloeien. De temperatuur zal
stijgen. Door de zwaartekracht ontstaan nieuwe sterren, nieuwe sterrenstelsels,
nieuwe zonnestelsels en nieuw leven.
Is dit het ware scheppingsverhaal?
Deze schepping bestaat uit twee bijzondere formules. "Antimaterie en
materie geven energie. Deze energie is gelijk aan materie maal de lichtsnelheid
in het kwadraat. Men moet deze gegevens beschouwen als het streven naar
evenwicht in beide richtingen. Materie wordt omgezet in energie en energie
wordt omgezet in materie. Deze materie wordt omgezet in leven en leven
omgezet in materie en energie". "U bent van stof en U zult als stof wederkeren".
Energie is de chaos en materie is orde. Dit streven naar evenwicht
is een vast principe in alle fysische, biologische en scheikundige processen.
Het universum zal nog steeds uitzetten. De sterrenstelsels zijn nu
volledig uit elkaars zicht verdwenen en de gas- en stofwolken zijn zo dun
geworden dat de moleculen zich honderden kilometers van elkaar bevinden.
Omdat deze gasmoleculen de volledige ruimte vullen en indien wij deze moleculen
kunnen zien - en dit is onwaarschijnlijk - ervaren wij deze als ondoorschijnend.
Apart van deze gegevens zal er geen mogelijkheid zijn om dit te observeren.
De gas- en stofwolken zullen ieders zicht belemmeren.
Er is een speciale reden waarom observatie en communicatie extreem
moeilijk zal zijn, namelijk de toenemende entropie. Energie hangt af van
een potentiaalverschil. Als voorbeeld geef ik het verschil tussen warm
en koud. Indien alles dezelfde temperatuur zou hebben is er geen actie
of arbeid mogelijk. Een ander voorbeeld is het verschil in concentratie
tussen twee vloeistoffen. Beweging en energietransformatie is van essentieel
belang als wij iets willen zien of waarnemen.
Om licht te kunnen ontvangen van een verre ster of object is energie
nodig. Energie die meereist met de lichtgolven in de vorm van fotonen,
deeltjes zonder massa, en eindigt op ons netvlies waar neuronen worden
geprikkeld. Elektrochemische impulsen gaan door ons zenuwstelsel naar onze
hersenen. Ieder stadium hangt af van een potentiaalverschil, zodat energie
kan getransporteerd worden. Indien er geen entropie zou bestaan, zou er
ook geen potentiaalverschil bestaan, geen elektromagnetische straling,
warmte of andere vormen van energie.
Wij hebben nu enkele seconden doorlopen in de ruimte/tijd door deze
extreem te versnellen. De onophoudelijke expansie van het universum begint
nu te vertragen, omdat er zoveel materie verpulverd en verspreid is dat
de gravitatiekrachten beginnen te verminderen. De kosmologische expansiekracht
heeft niet langer meer de kracht om de materie verder uit elkaar te drukken.
De oerexplosie, waar alles begon en biljoenen jaren de vorm aan het universum
gaf, zal nu minder invloed hebben op de ruimte/tijd.
De energiesystemen raken uitgeput. De tijd zelf vertraagt. De tijd
is een functie van de snelheid, de snelheid zelf is een functie van het
potentiaalverschil. Alle potentiële verschillen komen in evenwicht
met elkaar. De temperatuur zal blijven stijgen door de resterende energie
van de laatste stervende sterren, die geabsorbeerd wordt door het stof
en gas. Dit licht zal de hemel vullen, maar kan onmogelijk geobserveerd
worden. Ook deze laatste energie zal uiteindelijk haar evenwicht vinden
en uitdoven. De intense warmtestraling zal verminderen tot ze volledig
is verdwenen.
Er heerst een absolute stilte. Actie, van welke soort dan ook, is niet
meer mogelijk. De tijd valt stil. Het universum heeft zijn limiet bereikt.
"Wat gebeurt er nu verder?
Hiervoor bestaan er twee uiteenlopende hypothesen. De eerste vertelt
ons dat er verder niets meer gebeurt. De tweede vertelt ons dat wij een
terugschakeling van de ruimte/tijd krijgen, een soort antitijd. Dit is
onwaarschijnlijk daar de huidige natuurwetten tegenovergesteld zouden zijn
aan deze terugschakeling.
Toch kan de gravitatie de overhand krijgen en de materie weer omzetten
in energie. Ik zou dit met een eenvoudig voorbeeld kunnen illustreren:
het terugspoelen van een film, hoe grappig dit ook mag lijken, geeft een
realistische weergave van een terugschakeling.
Het is niet verwonderlijk dat de dood van het universum minder gedetailleerd
is onderzocht dan haar geboorte. Wij kunnen heel wat gegevens ontvangen
van het verleden, maar de toekomst is nog steeds gissen en raden. De cultuur
van de kosmologie is even nadrukkelijk over Armageddon als over de schepping,
maar hun theorieën zijn eerder gebaseerd op de moraal dan op fysische
noodzakelijkheid. Alle theorieën, zonder uitzondering, hebben een
laatste oordeel een eeuwig nirwana. Beloning en bestraffing. De terugkeer
is nooit naar de orde waar alles begon.
De wetenschap toont een beeld van een finaal einde waar wij naar toe
gaan zonder oponthoud. Dit denken is gebaseerd op de principes van de entropie.
De energie wordt omgezet in warmte. De warmte levert het vermogen, verdwijnt,
en het universum komt tot stilstand.
Dit scenario combineert verschillende theorieën, ook het idee
van het zwarte gat. Deze laatste bewering is gebaseerd op kennis van de
astrofysica en gedeeltelijk op kosmologische veronderstellingen.