- De methode gebaseerd op onderscheiden
- De methode gebaseerd op vergelijking
- De methode gebaseerd op gelijkstelling
- De methode gebaseerd op benoeming
De pseudo-isochromatische platen: ISHIHARA en AO-HRR
De platen zijn samengesteld uit kleine gekleurde cirkeltjes die cijfers of geometrische figuren voorstellen. Deze figuren worden verschillend waargenomen door normale en kleurgestoorde.
De platen moeten getoond worden in strikt vergelijkbare omstandigheden:
Verlichting type Easel-Macbeth of noorderlicht
De persoon leest van op 75 cm
De platen moeten 45 ° geïnclineerd zijn
Elke plaat wordt slechts 3 seconden getoond.
De Ishihara laat enkel toe de rood - groen afwijkingen op te sporen, maar het onderscheid tussen de -anomalieën en de - anopieën is niet gelijk.
De AO-HRR laat ons toe de rood - groen afwijkingen als de blauw - geel afwijkingen op te sporen en ze te klasseren als "zwak", "middelmatig" of "sterk" (mild, medium, strong).
De 15- Hue van FRANSWORTH
De test bestaat er in 15 verschillende gekleurde pionnen te klasseren, vertrekkend van een basiskleur. Het resultaat wordt genoteerd onder de vorm van een diagram. Bij een normale uitslag is de diagram circulair; bij de kleurgestoorde zullen de verbindingslijnen tussen de foutieve scores parallel lopen aan een van de drie anomaal - assen.
De test kan snel uitgevoerd worden, en hij blijft mogelijk zelfs bij zwakke visus. Een nadeel is echter dat slechts kleurenzicht - afwijkingen van zekere omvang kunnen opgespoord worden.
De anomaloscoop van NAGEL
- De anomaloscoop van Nagel laat toe de gelijkheid van Rayleigh (rood
+ groen = geel) te realiseren. Men tracht een gelijkheid in kleur te bekomen
in twee vlakken: in het ene door een spectraal geel en in het andere door
een mengeling van rood en groen. De regeling gebeurt door manipulatie van
twee knoppen waarvan de ene de intensiteit van het spectraal geel en de
andere de mengeling rood - groen regelt.
Een speciale rekenlat laat toe om op eenvoudige wijze het anomale - quotiënt van Rayleigh te berekenen. Een uitslag tussen 0.6 en 1.3 wordt als normaal beschouwd. De afwijkingen in de protan -as hebben een quotiënt kleiner dan 0.6 en de afwijkingen in de deutan -as een quotiënt groter dan 1.3.
- De chromoptometer van BEYNE
De testpersoon zit op 5 meter en moet de kleuren noemen die worden getoond met een diafragma - opening van 3' en een sluitertijd van 1 seconde.