Hypoxie
weinig effect op de oogdruk, de gezichtsscherpte, het gezichtsveld en het kleurenzicht
decompensatie van de heteroforieën
hyperforie : de verticale diplopie blijft lang bestaan (2 uren) na de landing, zelfs na toediening van zuurstof aan 100 % esoforie : gekruiste diplopie die slechts verdwijnt enige tijd na toediening van zuivere zuurstof
vermindering van de contrastgevoeligheid
vermindering van het nachtzicht (vanaf 1.500 m)
het zicht van dichtbij wordt moeilijker door
vermindering van de accommodatiesnelheid verwijdering van het "punctum proximum" van convergentie
het binoculair zicht wordt moeilijker door:
onstabiele fixatie moeilijke volgbewegingen
Inversie van de lichtdistributie
De lichtintensiteit van de hemel wordt veroorzaakt door de diffractie van het licht op de stofdeeltjes in de atmosfeer. Deze diffractie is recht evenredig met de densiteit van de luchtlagen en deze op haar beurt met de barometrische druk Gezien de atmosferische druk aanvankelijk bij het stijgen zeer snel afneemt en daarna langzamer, zal de helderheid van de hemel dan ook eerst vlug en daarna veel langzamer verminderen.
Op lage hoogte lijkt de hemel veel helderder boven de piloot, vermits het grootste gedeelte van de atmosferische lagen zich boven hem bevindt. Op grote hoogte is dit omgekeerd : op 12.000 meter bevindt 81,6 % van de luchtlagen zich onder de piloot.
het inwendige van de cockpit wordt donkerder en de instrumenten zijn moeilijker af te lezen.
een sensorieel conflict kan ontstaan en aanleiding geven tot twijfel over de juiste positie van het toestel.
De stress tijdens de vlucht kan een intellectuele vermoeidheid veroorzaken en een decompensatie van de forieën.
Het ooglid knipperen kan een scotoom van 1/2 seconde veroorzaken. Het spatiaal scotoom:
Het verwerken van een visuele informatie vergt een zekere tijd : de latentie voor het retinaal decoderen + de duur van de transmissie doorheen de optische banen + de latentie voor het decoderen in de hersenschors. Dit wordt retino-corticale perceptietijd genoemd Deze kan gaan van 110 tot 400 milliseconden en vertegenwoordigt een werkelijk scotoom : het spatiaal scotoom. De piloot wordt zich pas bewust van hetgeen er te zien is na een zekere latentietijd.
Hierbij dient dan nog de vrijwillige reactietijd gerekend te worden die ongeveer 0,65 tot 1,5 seconde bedraagt.
Anders gezegd, bij een snelheid van MACH 1 (330 m / sec), moet een stilstaande hindernis van op 2 km gezien worden wil men ze nog kunnen ontwijken.
De dynamische gezichtsscherpte wordt onmogelijk
De optokinetische nystagmus laat ons toe de omgeving te zien wanneer wil zelf in beweging zijn. Men onderscheidt een vlugge en een langzame fase. Dit blijft mogelijk zo lang de beelden niet vlugger voorbijflitsen dan aan 10 ° /sec, maar MACH 1 veroorzaakt reeds 110°/sec! De beelden vloeien dan in elkaar en het wordt zeer moeilijk om details in het landschap te herkennen die zich op relatief korte afstand bevinden.
De L.A.S.S. vlucht (low altitude, supersonic speed) geeft aanleiding tot volgende moeilijkheden:
De opwarming door wrijving tegen de dense luchtlagen geeft een stijging van de temperatuur in de cockpit. Zweet en aandampen van brilleglazen kunnen dan vervelend worden.
"Tabassage" of "buffeting" veroorzaakt een trillen van het lichaam, het hoofd en de ogen (resonantie op 2,5 a 4 cycli/sec voor de ogen). Het aflezen van kaarten en instrumenten wordt daadoor bemoeilijkt.
Over dag wordt men vlug verblind door de zon en de weerkaatsing op het water, en 's nachts door de lichten op de grond.
Gevaar voor "birdstrike"; insecten kunnen de cockpitsdoorzichtigheid fel verminderen.
over dag kan het overvliegen van een helling of het vliegen onder een schuin wolkendek de piloot een valse indruk geven over zijn positie in do ruimte.
het gaat om een verplaatsing van de beelden door do nystagmus uitgelokt door de rotatie. Tijdens het draaien verplaatsen de beelden zich in dezelfde richting, na de draaiing in tegengestelde richting.
|