Het dieptezicht
     

      

    • Belang in de luchtvaart
      
    Onontbeerlijk bij het landen. Piloten met een monoculair zicht landen; "te ver".
     
     

    Het dieptezicht is tevens noodzakelijk om een juiste beoordeling te maken van de afstand tussen twee toestellen of tussen een toestel en een hindernis. Deze evaluatie is enigszins mogelijk met één oog, maar ze is veel preciezer binoculair. 

      

    Ten slootte , een formatievlucht kan slechts uitgevoerd worden door piloten die over een perfect dieptezicht en stereoscopisch zicht beschikken om op elk ogenblik een exacte en snelle indruk te bekomen van de horizontale en verticale afstanden tussen de verschillende toestellen. Deze analyse kan in monoculaire gebeuren, maar ze is veel minder exact en minder snel, vermits de persoon het hoofd voortdurend in alle richtingen moet bewegen, hetgeen op zijn beurt vertigo kan uitlokken. 

     

    • De drie stadia van het binoculair zicht
      
      • Het simultaan zicht van beide ogen
      • De fusie van de twee beelden
       Dit is de kracht waarmee het visueel apparaat de twee retinale beelden op elkaar superposeert en met elkaar doet versmelten. De fusiebreedte wordt uitgedrukt in prisma – dioptrieën. Het is de minimale prismasterkte die diplopie veroorzaakt.  
    • Het stereoscopisch zicht
        Dank zij de binoculaire dispariteit of de stereoscopische parallax kunnen wij een diepte bepalen tussen twee punten. Wanneer wij met de twee ogen L en R kijken naar twee punten A en B, ziet elk oog A en B onder een andere hoek a en b. Het verschil tussen de hoeken a en b wordt de binoculaire dispariteit genoemd. Hieruit volgt dat, hoe groter de binoculaire disparteit is, des te beter het stereoscopisch zicht. 

     

    • Het onderzoek van het stereoscopisch zicht
      
       POLA-test op 6 meter. 

    Titmus "vlieg – test" op 40 cm 

    T.N.O. – test op 40 cm 

    Test van VERHOEFF op 1 meter 
     

     
    • Factoren die bijdragen tot het dieptezicht
      
      • Extrinsieke monoculaire factoren
      
      • Kleur en scherpte van de beelden
      • Schaduwen
      • Superpositie van de contouren
      • Convergentie van de lijnen
      • Ervaring
      
      • Intrinsieke mono – en binoculaire factoren
      
      • de accommodatie

      • de parallax: dit is de verplaatsing van de voorwerpen ten opzichte van elkaar wanneer de ogen zich verplaatsen. De voorwerpen die zich het verst bevinden verplaatsen zich in dezelfde zin en de nabij gelegen voorwerpen in tegengestelde zin.
      
 
 
[Inleiding ] [De gezichtsscherpte ] [ De gezichtsscherpte bij nacht ] [Het kleurenzicht
[Dieptezicht ][De heteroforieën ][Visuele problemen  ] [ Het sanitair transport  ] [ De selectie]