Spatiale desoriëntatie
    Visuele illusies
     
     

    Alhoewel het visuele systeem de meest betrouwbare bron van informatie is, kunnen toch valse gegevens waargenomen worden. Dit is verwarrend voor de piloot en verlies van oriëntatie wordt waarschijnlijk doordat visuele informatie verkeerdelijk geïnterpreteerd wordt. 

    Valse verticale en horizontale referentiepunten. 

    Schuin verlopende wolkendekken kunnen verward worden met de horizon of de grond. Verwarring kan optreden wanneer de piloot naar buiten kijkt na langdurige in de cockpit te hebben rondgekeken. 

    Desoriëntatie kan ook veroorzaakt worden door het Noorderlicht, vooral bij formatie-vluchten en bijtanken tijdens de vlucht.

    Relatieve beweging.  Gedurende grondoperaties kan een vliegtuig dat naast u staat naar voren rollen. Dit geeft de illusie van achteruit te bewegen. Hetzelfde type van illusie kan optreden gedurende foramatie-vluchten wanneer de vliegtuigen geringe plaatsveranderingen ondergaan ten opzichte van elkaar. Tijdens het stationair blijven hangen van een helikopter kan de neerstriemende regen of sneeuw de indruk wekken dat men stijgt. Lichten  Een veel voorkomend probleem bij nachtvluchten is de verwarring tussen lichten op de grond en de sterren. Dit treedt vooral op bij verminderde zichtbaarheid zoals bij mist, nevel of laaghangende wolken. Lichten langs autostrades kunnen verward worden met landingsbaanlichten of naderingslichten. Lichten die een lijn vormen kunnen verward worden met de horizon. Nevel en mist.  Stof, rook, mist en nevel vervagen de contouren en verminderen de helderheid van lichten. Kleuren van voorwerpen op afstand worden ook vager. In deze omstandigheden schijnen voorwerpen verderaf te liggen dan ze in feite zijn. Autokinesis.  Komt voor tijdens nachtvluchten waarbij niet bewegende lichtbronnen toch schijnbaar bewegen. Deze illusie treedt op wanneer de piloot gedurende lange tijd naar het licht staart. Om autokinesis te voorkomen hebben vliegtuigen meer dan één positie-licht. Flikker vertigo.  Kan optreden wanneer naar een licht gekeken wordt doorheen een roterende propeller. De zon kan dezelfde illusie veroorzaken. Stroboscopische lichten kunnen het zelfde effect geven. Deze flikker vertigo treedt meer op in helikopters dan in vliegtuigen met vaste vleugels. 

    Het enig effect van flikker vertigo is meestal irritatie en afleiding van de piloot. Toch kan het ook duizeligheid, braakneigingen , vermoeidheid, hoofdpijn, verwardheid, desoriëntatie en zelfs een epilepsie-aanval veroorzaken. 

     
    Illusies tijdens de landing

    Landing tijdens de nacht. 

    Verminderde zichtbaarheid van e visuele referentiepunten kunnen de piloot verwarren en het schatten van afstanden bemoeilijken. Naderingslichten kunnen verward worden met de lichten langsheen de landingsbaan. Wanneer de ene rij landingslichten feller schijnt dan de ander, kan dit de indruk geven dat het vliegtuig een bocht neemt. Breedte van de landingsbaan.  Illusies kunnen veroorzaakt worden door landingsbanen die smaller of breder zijn dan de standaard afmetingen. De piloot gebruikt zijn perifeer gezichtsveld om te helpen bepalen of hij op de juiste hoogte is boven de landingsbaan om het landingmanoeuvre te beginnen.(fig.a) 

    Een smallere landingsbaan geeft de piloot de indruk dat hij hoger vliegt dan hij in werkelijkheid doet. Daardoor gaat hij te laag het landingmanoeuvre uitvoeren.(fig.b) Een bredere landingsbaan geeft de illusie van dichterbij te zijn dan in werkelijkheid het geval is. De piloot doet zijn landingmanoeuvre te hoog. (fig. c) 
     

     
    next