Spatiale desoriëntatie
Illusies van de semi-circulaire kanalen
Het overhellen("leans")
De meest voorkomende vestibulaire illusie is de "leans". Dit treedt
op wanneer op het einde van een lange bocht een bruuske beweging het vliegtuig
weer horizontaal doet vliegen. Gedurende een lange bocht heeft de endolymfe
in de halfcirkelvormige kanalen de tijd gekregen om tot stilstand te komen.
Daardoor verliest de piloot het gevoel dat hij nog steeds overhelt. Bij
terugkeer naar de horizontale positie wordt het evenwichtsorgaan terug
gestimuleerd wat een gevoel geeft over te hellen in tegenovergestelde richting.
Indien de piloot zijn instrumenten niet gelooft zal hij terug in de oorspronkelijke
richting gaan vliegen ten einde het gevoel te bekomen horizontaal te vliegen.
Zelfs indien de piloot weet van zijn instrumenten dat hij horizontaal vliegt,
kan het gevoel van overhellen blijven bestaan tot er duidelijk referentiepunten
zijn buiten de cockpit.
De "leans" kan ook optreden wanneer visuele herkenningspunten verkeerd
geïnterpreteerd worden. Schuin verlopende wolkendekken kunnen als
de horizon geïnterpreteerd worden. De piloot kan ook gaan overhellen
naar de plaats in de wolken waar het licht het sterkst doorkomt, ook al
is dit niet noodzakelijk de verticale richting.
De kerkhof spin /spiraal (Graveyard spin /spiral)
Wanneer een spin- of spiraalbeweging langer dan 20 à 30 seconden
duurt, gaat de endolymfe even snel meedraaien als het semi-circulair kanaal.
Op dat moment verliest de piloot het gevoel te draaien. Bij het stoppen
van de spin /spiraal zal de piloot het gevoel krijgen van in tegenovergestelde
richting te gaan draaien. Bij afwezigheid van referentiepunten buiten de
cockpit, zal de piloot de (valse) indruk van tegenovergestelde draait willen
corrigeren. Daardoor gaat hij terug in de oorspronkelijke richting in spin
/ spiraal.
Training en het juist interpreteren van de instrumenten voorkomt deze
situatie.
De coriolis illusie.
De Coriolis is waarschijnlijk de meest gevaarlijke van de vestibulaire
illusies doordat het een zeer sterk desoriënterend effect veroorzaakt.
De illusie treedt op gedurende een draaibeweging aan constante snelheid
in een bepaald vlak. Wanneer de piloot een vlugge hoofdbeweging maakt in
een ander vlak dan dat van het vliegtuig gedurende de constante bocht,
treedt Coriolis op. Dit veroorzaakt het zeer onaangenaam gevoel van te
vallen. Om Coriolis te voorkomen, moet de piloot bruuske hoofdbewegingen
vermijden tijdens het nemen van een bocht. Om te herstellen van deze illusie
moet de piloot zijn instrumenten gebruiken en geloven dat ze de juiste
informatie geven.
Alternobare vertigo.
Kan optreden wanneer een ongelijke druk ontstaat in de beide middenoren.
Deze druk wordt doorgegeven aan de semi-circulaire kanalen die een ongelijke
stimulatie krijgen. Daardoor ontstaat duizeligheid. Een ontsteking van
de bovenste luchtwegen met ongelijke zwelling ter hoogte van de uitmonding
van de buizen van Eustachius kan dit drukverschil veroorzaken. Alternobare
vertigo treedt dan vooral op tijdens het stijgen of tijdens het dalen wanneer
de Valsalva manoeuvre uitgevoerd wordt.
next
|