Algemene hygiëne bij het
varend personeel
Individuele hygiëne
Tabak intoxicatie
Vergiftiging door alkohol
Geneesmiddelen en
varend personeel
De vliegenier moet in een uitstekende lichamelijke en geestelijke conditie
zijn om zijn beroep uit te oefenen, dat een zware verantwoordelijkheid
inhoudt. Alleen gezonde mensen kunnen inderdaad:
-
Allerlei infecties en soms lastige omstandigheden tijdens de vlucht weerstaan
«bruuske hoogte verschillen, hypoxie, uiterste temperaturen enz.
»
-
Reflexbewegingen en vrijwillige reacties hebben, die sneller en beter zijn
dan bij vermoeide of zieken personen.
-
Na een ongeval of na overlevingssituatie gemakkelijk herstellen van opgelopen
wonden of oververmoeidheid.
-
Een hoog moreel en gezond oordeel hebben.
Individuele
hygiëne
Het belang van rust en slaap moet worden beklemtoond. Het aantal uren
nodige slaap is gewoonlijk hoger in warme streken dan in streken met een
gematigd klimaat. In onze streken moet men acht uren of meer slapen. De
mens, die weinig of slecht geslapen heeft, biedt minder weerstand aan het
hoogte effect (vroegtijdige flauwte) en bij denkbeeldige vluchten in de
drukkamer zijn de uitslagen van zijn psychotechnische testen minder goed.
Er zijn operationele situaties, waarin talrijke diensturen zonder rust
tussenin onvermijdelijk zijn. In dat geval kunnen wilskracht en motivering
helpen tot het verrichten van opmerkelijke prestaties wat het uithoudingsvermogen
betreft. Maar de vliegenier moet weten dat vermoeidheid, zelfs dichtbij
de uitputting niet wordt gevoeld wanneer hij zich onder de invloed van
de stress bevindt maar vlug optreedt bij de terugkeer naar een veiligere
situatie. De opdrachten in ongewone streken (warme landen) of met veranderingen
van uurcirkels (uurgordels) (Oost-West opdrachten) kunnen de operationele
vermoeidheid doen toenemen en inslapen op de landingsplaatsen bemoeilijken.
In dat geval zijn slaapmiddelen afgeraden want hun bijkomstige effecten
(slaperigheid en geestelijke traagheid) duren nog vele uren na het opstaan
(wekken) voort. Voldoende slapen is de hoofdfactor in de aanpassing van
de piloot aan de operationele eisen met hun ongeregeld tijdschema. Het
essentiële is dat de piloot per periode van drie dagen in totaal zoveel
uren slaapt als hij normaal zou slapen in drie gewone dagen, alvorens een
nieuwe dienstperiode te beginnen.
Lichamelijke oefening en sport
Regelmatige lichamelijke oefening is een essentiële voorwaarde
voor een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. De luchtdienst vergt
(vereist) geen belangrijke lichamelijke inspanning maar wel een voortdurende
spanning van de zenuwen, voornamelijk bij piloten die bij slecht weer en
in formatie vliegen. Goede lichamelijke oefening zal het cumulatief effect
van de zenuwspanning voorkomen en aanpassingsreacties aan de inspanning
uitlokken (veroorzaken), in het ademhalingsstelsel, in de bloedsomloop
en ook op musculair gebied. Die aanpassingsreacties, die men bekomt door
de regelmatige praktijk van lichamelijke oefeningen kunnen worden vergeleken
met die welke de piloot in staat stellen de hypoxie op grote hoogte en
de versnellingen tijdens de vlucht te verdragen. Lichamelijke opvoeding
en sport zijn absoluut noodzakelijk in de eenheden van de luchtmacht.
Die alleen de harmonische en evenwichtige ontwikkeling van alle lichaamsdelen
kan verzekeren.
Die het best passen voor het varend personeel zijn; zwemmen, schermen,
volleybal, basketball, atletiek, tennis, pingpong, badminton en skiën.
Skiën geeft een goede coördinatie van de vier ledematen. Boksen
en catch zijn verboden.
Deze bereiden de piloot lichamelijk en geestelijk voor op overlevingssituaties
in moeilijke omstandigheden vb. na een ongeval. Dat zijn: zwemmen, gebruikmaking
van pneumatische kano ( dinghy drill), aanpassing aan koude en warmte,
springen met het valscherm, schieten met vuurwapens en judo.
De voeding
Het dieet van het varend personeel verdient een bijzondere aandacht.
-
Effecten van zuurstofgebrek op de spijsvertering
Te weinig zuurstof in het bloed veroorzaakt een vertraging van alle
organische functies de spijsvertering ingegrepen:
-
Vermindering en afremming van de samentrekking van de darmen (ingewanden)
en daaruit volgt een vertraging van de afvoer van de voedingstoffen uit
de maag.
-
Vermindering van de maagsap afscheiding.
Op grote hoogte ledigt de maag zich dan zeer langzaam en bij gevolg
moet men geen grote hoeveelheid voedsel opnemen voor een vlucht.
-
De darmgassen en de effecten van de lage barometerstand
Aan de vorige effecten moet men op grote hoogte een zuiver mechanische
factor toevoegen: de uitzetting van het volume van de darmgassen ten gevolgen
van de vermindering van de barometrische totale druk (zie de wet van Boyle
en Mariotte).
De overdreven uitzetting van de darmgassen op grote hoogte kan buikkrampen
veroorzaken, men moet dus het gebruik van bepaalde voedingsmiddelen en
specerijen vermijden, die een opeenhoping van gassen in de darmen veroorzaken.
|
Sla, radijzen, alle kolen, rapen, bonen en tomaten. |
|
Witte en rode peper. |
|
Meloenen, appelen, druiven en bessen. |
|
Hardgekookt of geklutst of eierkoek. |
|
Alle behalve platte kaas. |
|
Alle harde vleessoorten. |
|
De zetmeelhoudende |
-
Het eten onmiddellijk voor de vlucht en gedurende de vlucht
De eigenschappen van het eten van de vliegenier, voor de vlucht en
gedurende de langdurige vlucht zijn:
-
Gemakkelijke verteerbaarheid ( dus warm voedsel).
-
Afwezigheid van gasvorming ( dus geen vleeswaren)
-
Rijk aan koolhydraten en meer in het bijzonder aan suiker. Suiker is het
voedsel voor de inspanning.
Tabak
intoxicatie
Talrijke studies hebben het schadelijke effect van de tabaksrook bij
de mens aangetoond. Tabaksmisbruik is nadeliger voor de vliegenier dan
voor een andere persoon omdat hij buiten de schadelijke effecten van nicotine
en kankerverwekkende polycyclische koolwaterstoffen ook de effecten
ondergaat van het koolmonoxide uit de smeulende tabak.
De nicotine is het voornaamste alkaloïde van de tabak. Tabak bevat
ongeveer 2 à 4 % nicotine. Nicotine wordt niet door de smeulende
tabak vernietigd en wordt ook in de mond van de roker opgenomen. Nicotine
heeft een biologische en ingewikkelde werking, die afhangt van de ingenomen
dosis: bij geringe dosis is nicotine een stimulans voor de zenuwknopen
van het autonome ortho- en parasympatische zenuwstelsel. Bij grote dosis
blokkeert nicotine de zenuwknopen. De nicotine werkt in hoofdzaak op het
sympathische zenuwstelsel. Het is een cutane vasoconstrictor ( vernauwt
het vaatstelsel van de huid)zijdoet de bloeddruk stijgen en versnelt het
tempo van het hart.
De onmiddellijke effecten van de tabaksrook
Versnelling van de hartslag en verandering van de T- golven van het
EKG. Bij patiënten die aan angor (hartbeklemming) lijden komt de angorcrisis
sneller voor wanneer ze voor de inspanningstest roken.
Ontaarding van de longfunctie met vermindering van de vitale capaciteit,
dat is de maximale hoeveelheid lucht die men kan in – en uit ademen, en
vermeerdering van het residuële volume, dat is de lucht die na uitademing
in de longen blijft.
Chronische effecten van de tabaksrook
Het risico van een myocardinfarct of hartinfarct bij de rokers van
20 sigaretten per dag ligt 2,7 tot 7.2 keer hoger dan bij niet rokers.
Endarteritis, dat is aderontstekingen van de onderste ledematen, met gevaar
voor gangreen, komt veelvuldig voor bij zware rokers.
Ontaarding van de longfunctie met vermindering van de vitale capaciteit
en vermeerdering van de residuële inhoud, met ontstaan van emfyseem,
dat zijn gasbellen, en van een bronchus vernauwende factor, dat is een
vernauwing van de luchtpijp takken. Chronische prikkeling van de slijmvliezen
van de neus, keelholte en van de luchtwegen.
Prikkeling van het maagslijmvlies en vermeerdering van het zuurgehalte
van het maagsap, met vertraagde evacuatie van de spijzen uit de maag.
-
Vermindering van de gezichtsscherpte door nicotinevergiftiging van de oogzenuw.
-
Effecten van de kankerverwekende polycyclische, koolwaterstoffen
De tabaksteer is bijna zeker kankerverwekkend. Veldonderzoeken heeft
uitgewezen dat de sterfte door longkanker 40 keer groter is bij zware rokers
( 30 sigaretten per dag) dan bij niet-rokers. Gemiddeld zijn er 10 keer
meer sterfgevallen door longkanker bij rokers dan bij niet-rokers.
-
Effecten van koolmonoxide ( CO)
Er is ongeveer 4 % CO in de tabaksrook aanwezig. Die dringt in het
bloed, verbindt zich met de bloedkleurstof ( hemoglobine) en vormt het
carboxyhemoglobine. Bij personen, die regelmatig 20 sigaretten per dag
roken, is er 8 % carboxyhemoglobine in het bloed. Het bloed van een roker,
dat 10 % carboxyhemoglobine bevat op zeespiegelhoogte, bevat dezelfde hoeveelheid
zuurstof als het bloed van een niet-roker, die zich op een hoogte van 3600
meter bevindt. Indien de niet-roker zich op 3000 meter bevindt, is de roker
( 20 sigaretten per dag) op 4500 meter. Hij is dus vroeger onderworpen
aan de effecten van hypoxie, zijn weerstand aan hypoxie is dus kleiner.
Het zicht bij nacht vermindert snel door een lichte hypoxie.
De verhoogde levensduur van de roker is 8 jaar kleiner dan die van
de niet-roker. De beste raadt, die men aan een roker kan geven is, houd
onmiddellijk op met roken!
Kan hij dat niet dan moet hij minder sigaretten roken en overschakelen
op de pijp of de sigaar, die minder schadelijk zijn.
Vergiftiging
door alcohol.
Alcohol verschaft plezier als drank maar heeft een zeer kenmerkende
werking op het geestesvermogen. Hij ruimt bezorgdheid en last op en schept
een sfeer van vreugde en sympathie en ook een volledig denkbeeldig gevoel
van veiligheid. Wordt alcohol voor de maaltijd gedronken dan veroorzaakt
hij een alcoholemie, die veel hoger is dan wanneer men alcohol na de maaltijd
drinkt, zij is praktisch dubbel. Alcohol verbrandt langzaam in de weefsels
(spieren en lever). Alcohol heeft een bijzondere affiniteit voor de grote
hersenen en het ruggenmerg. Alcohol heeft een warmtegevende rol in het
organisme. Verbranding van één gram alcohol brengt 7 calorieën
voort. Alcohol is nochtans geen goed energetisch voedsel want:
-
Hij brengt digestieve letsels mee: maag - en dikke darmontstekingen en
leververharding of airhose.
-
Hij veroorzaakt een neurologische en psychiatrische pathologie: zenuwontsteking
en zinsverbijstering.
-
Hij wordt niet opgeslagen maar onmiddellijk verbrand. Zelfs in kleine hoeveelheid
gedronken oefent alcohol een belangrijke werking uit op het psychisch proces.
Het besturen van een vliegtuig en het uitvoeren van een luchtopdracht vereisen
van de piloot en van ieder lid van de bemanning integrale fysische, sensoriële
en geestelijke werking van het organisme. De chronische alcohollijder moet
uit de luchtvaart worden verwijderd. Het maatschappelijk alcoholemie (talrijke
drinks in gezelschap) veroorzaakt een gemiddelde opname met een alcoholemie
van 0.20 tot 0.50 gr (pro mille). Welnu men moet weten dat een gehalte
van 0.50 gr % wordt bekomen door 3 à 4 glazen gewoon bier te drinken
(bier bevat 4 % alcohol) en ook 3 à 4 glazen wijn, dat is een halve
fles (wijn bevat 10 %) alcohol.
In een eerste periode komt een gevoel van welbehagen op, dat veroorzaakt
wordt door een overmaat van zelfvertrouwen. De effecten van alcohol zijn
zeer belangrijk voor de aandacht, want alcohol kan vergissingen in de beoordeling
teweeg brengen. Een alkoholemie van meer dan 0.2 gr % vermindert duidelijk
de mentale vaardigheid van de vliegenier.
Alcohol werkt door het gedeeltelijk gebrek aan zuurstof van de weefsels,
waar die nodig is. Dit verklaart zijn belangrijke werking op het zenuwstelsel
(toxische hypoxie). Als de werking van de hypoxie wordt bij die van de
alcohol dan is het effect op de hoofdfunctie van de hersenen zeer ernstig
en vermindert de weerstand van de vliegenier. De piloten moeten dus vermijden
alcoholische dranken te drinken voor de vlucht. Na te veel alcohol te hebben
gedronken moet de piloot 24 à 48 uur wachten om weer te vliegen.
Zuurstof inademen werkt het effect van de alcohol niet weg,want alcohol
verhindert zijn gebruik.Deze toxische hypoxie veroorzaakt een vertraging
van de motorische antwoorden en de reflexen: de bewegingen worden minder
nauwkeurig.
Geneesmiddelen
en varend personeel
-
Storingen van de bloedsomloop en ademhaling, die nochtans zeer belangrijke
functies voor de aanpassing aan de lucht.
-
Vermindering van het zicht en van het gehoor, die voor de vliegenier zo
belangrijk zijn.
-
Vermindering van de waakzaamheid en van bepaalde geestelijke eigenschappen
die voor de veiligheid tijdens de vlucht zo noodzakelijk zijn.
Vaak legt de aard van de ziekte zelf, waarvoor het geneesmiddel is
voorgeschreven, een vliegverbod op. In principe mag geen
geneesmiddel door het varend personeel ingenomen
worden , behalve in zeldzame uitzonderingen:
-
Nivaquine voor het voorkomen van moeraskoorts (malaria) in warme landen.
-
Druppels voor het vrijmaken (ontlasten) van de neus (vaporisator), maar
met mate gebruiken.
-
Bepaalde slaapmiddelen met weinig langdurige bijkomstige effecten alleen
wanneer dat noodzakelijk is.
-
Aspirine als pijnstillend middel met beperkte dosis.
-
Bepaalde hypotensieve geneesmiddelen: diuretica met beperkte dosis.
-
Bepaalde geneesmiddelen tegen jicht: Desuric, Xyloric.
Al die geneesmiddelen zouden moeten voorgeschreven worden.. AGARD,
die een medische raadgevende Commissie van de NAVO was, heeft een
algemene regel uitgevaardigd: een vliegenier mag nooit geneesmiddelen gebruiken
ten minste 8 uren voor een luchtopdracht en 16 uren voordien indien het
geneesmiddel langdurige effecten heeft.
-Top-
-Version Français-
|