![]() ![]()
Vermits het grootste gedeelte van de aarde bestaat uit onherbergzame streken en oceanen, zal deze overleving moeten gebeuren in vijandelijke en gevaarlijke omstandigheden. De overlevingskansen zullen voornamelijk bepaald worden
door de omstandigheden, maar men kan toch enkele belangrijke principes
aanleren die deze kansen aanmerkelijk zullen doen stijgen. In stijgende
volorde van belang zal overleving vooral afhangen van:
D.w.z. dat men zich in de eerste plaats moet beschermen tegen de vijandelijke omgeving, waarna men zich snel moet lokaliseren of kenbaar maken om redding mogelijk te maken. Indien de redding op zich laat wachten, moet men op zoek gaan naar water en voedsel. De kans op overleving stijgt ook bij getrainde personen. Uithoudingsvermogen en psychologische weerbaarheid zijn ook belangrijke factoren. Bescherming
De overleving begint op het moment dat men het vliegtuig verlaat. Zo zal een jet-piloot zich bij de ejectie op grote hoogte moeten beschermen tegen: de G-krachten van de schietstoel, het spatten van loodfragmenten afkomstig van de MDC van de canopy, de effecten van de grote hoogte vnl. koude en hypoxia. Het verlaten van passagiersvliegtuigen op de grond tijdens een noodgeval wordt vooral belemmerd door vuur, toxische rook en paniekreactie van de inzittenden. Moderne passagiersvliegtuigen zijn onderworpen aan strenge veiligheidsnormen. Zo moeten er voldoende nooduitgangen zijn en deze moeten duidelijk aangeven zijn en goed bereikbaar. Tegenwoordig bestaat er ook een noodverlichting (rijen lampjes in de bodem van het vliegtuig) die de ontsnappingsroute aanduiden en zichtbaar blijven wanneer de passagiersruimte vol rook zit of onder water staat. Het boordpersoneel krijgt regelmatig onderricht in overlevingsprocedures bij noodgevallen. In de praktijk is gebleken dat vooral de toxische rook, afkomstig van de verbranding van zetels en binnenbekleding van het vliegtuig, voor vele slachtoffers zorgt. De zichtbaarheid valt immers weg, er ontstaat paniek en de rook belemmert de ademhaling en is ook toxisch. Daarom worden in moderne vliegtuigen meer materialen gebruikt die geen rook produceren en worden aan de passagiers SMOKE-HOODS uitgedeeld ter voorkoming van het verstikkingsgevoel. Het verlaten van een vliegtuig onderwater, en dan vooral helikopters, veroorzaakt andere problemen. Wanneer een helikopter in het water terechtkomt zal hij onmiddellijk omdraaien zoadat de cabine onderwater komt. Hierbij zal het reddingsvest en het overlevingspak het verlaten van de helikopter bemoeilijken. Deze procedures worden getraind door helikopterbemanningen in speciaal daarvoor gebouwde «dunkers ».
Militaire piloten lopen het risico te verdrinken wanneer ze door hun valscherm meegesleurd worden. Daarom bevatten moderne valschermen «water pockets » aan de zijkanten, die het valscherm zullen collaberen in het water. Verder zijn er in de schietstoel rubber vlotten beschikbaar. Zwemvesten, die deel uitmaken van de vlieguitrusting, bevinden zich ook onder stoelen in burgertoestellen. Zwemvesten
![]()
Het éénpersoonsbootje bevat een opblaasbare bodem, ter isolatie van het water, en een opblaasbare canopy die de piloot moet beschermen tegen wind en regen of opspattend water. Men gebruikt natuurlijk helle kleuren om de redding te vergemakkelijken. Er is ook een soort anker (een met water gevulde zak) aanwezig om het vlot te stabiliseren en het niet te veel te laten afdrijven. Een kleine eerste-hulp-set is aanwezig die altijd medicamenten bevat tegen zeeziekte. De PSP bevindt zich dus onder in de schietstoel, verbonden met het harnas waarmee de parachute vastzit aan de piloot. Tijdens de ejectie, wordt het PSP losgemaakt van de stoel en zal het tijdens de landing aan een 5 m lang touw onder de piloot bengelen, zodat het geen kwetsuren kan veroorzaken bij de landing. In het water terechtgekomen moet de piloot een hendel overhalen zodat het bootje zich automatisch opblaast. Er bestaan ook zelfopblaasbare automatische systemen. Nadat de piloot aan boord is geklauterd, schept hij het bootje leeg en maakt de canopy dicht zodat hij droog zit en beschermd tegen de weersomstandigheden. Het vlot bevat ook nog reparatiekits, rooksignalen, een radiobaken, een hoeveelheid drinkwater, een zeewater-ontzoutingskit en nog andere overlevingsmaterialen (vislijnen,). Dompelpakken
![]() Bescherming
tegen koude op het land
Goede bescherming door droge en goed-isolerende schoenen
en handschoenen is dus zeer belangrijk. Een goede verzorging van de voeten
is noodzakelijk omdat de laarzen meestal niet doorlaatbaar zijn voor zweet,
zodat trench-foot kan vermeden worden. Verder moet men elkaar ook voortdurend
observeren en nagaan of blootgestelde huid niet wit wordt wat het begin
betekend van frostbite.
Een landing in de jungle veroorzaakt dan weer andere problemen zoals het verstrikt raken in bomen, muggenbeten, malaria, roofdieren, enz. Water kan men gemakkelijk bekomen in de jungle dan in
de woestijn. Slangen en roofdieren zijn geen bedreiging indien men ze met
rust laat, maar het aanmaken van een vuurtje ‘s nachts is toch een goede
raad.
De samenstelling van de PSP verschilt natuurlijk volgens
het gebied wat tijdens de zending overvlogen wordt.
Verder beschikt de piloot over vuurpijlen ('s nachts) en rooksignalen (overdag). Deze rooksignalen kunnen ook gebruikt worden om in de sneeuw te schrijven. Zaklampen die werken door onderdompeling in zeewater zijn aanwezig in de reddingsvlotten. Verder bevat het PSP ook heliograafs en fluitjes om de
aandacht te trekken binnen een korte afstand.
In warm klimaat of bij grote arbeid heeft men natuurlijk
veel meer water nodig. Bij gebrek aan water treedt dehydratie op. Een tekort
van 3 liter of 5 % van het lichaamsgewicht resulteert in extreme dorst,
hoofdpijn, duizeligheid, zwakte, misselijkheid en emotionele instabiliteit.
Bij verdere dehydratie treedt tachycardie op en versnelde ademhaling. Bij
5 liter tekort verergert de zwakte, er treedt mentale verwarring op, duizeligheid
en cyanose. Bij 10 % verlies aan lichaamsgewicht treedt delirium op en
een verslechtering van de nierfunctie. 10 liter vochtverlies (15 % lichaamsgewicht)
veroorzaakt verhinderen van de nierfunctie, onmogelijkheid tot slikken
en 20 % verlies aan lichaamsgewicht is dodelijk.
Het doel is om het waterverbruik tot het veiligste minimum te beperken om de voorraad zolang mogelijk te sparen. In gematigd klimaat moet men de eerste 24 uur niets drinken. Dit veroorzaakt een matige dehydratie waarbij alle vitale functies behouden blijven. Nadien moet men zo drinken dat de tekens van dehydratie achterwege blijven, nl +/- 500 ml per dag. Lichaamsaktiviteit moet natuurlijk zo georganiseerd worden dat er geen zweten optreedt en men moet vln. Koolhydraten eten, omdat die een watersparend effect hebben. Op zee is het echter meestal frisser en de piloot bevindt zich in rusttoestand op zijn vlot, zoadat de overlevingstijd zonder water soms 15 dagen bedraagt, waarbij elke 1500 ml water extra deze periode met 1 dag verlengt. Zoals op het land moet men de eerste 24 uur niets drinken en daarna in die mate dat de symptomen van dehydratie niet verergeren. Bij zeeziekte zal men meer drinkwater nodig hebben door het braken. Er kan natuurlijk voedsel bekomen worden door de jacht, maar voor de «geciviliseerde mens » is dit een groot probleem. Indien men twijfelt of een bepaalde voedingsstof te eten is zal men er eerst een kleine hoeveelheid van tot zichnemen en daarna 8 uur wachten. Indien er geen symptomen optreden (braken, diarhee, krampen) mag een volgende kleine hoeveelheid gegeten worden, waarna opnieuw 8 uren gewacht wordt. Indien het eten verdragen wordt kan het als veilig bestempeld worden. Vis en zeewier, overal overvloedig aanwezig, mogen gebruikt
worden indien er voldoende water kan gedronken worden.
De kans op overleving is het grootst wanneer men de gevaren goed kan inschatten en men de juiste acties onderneemt; daarom is een goede overlevingstraining een noodzaak voor alle Varend Personeel. Helikopterbemanningen die op boorplatformen vliegen zullen dan weer een grondige « underwater-escape-training » moeten volgen en een correct gebruik van hun overlevingsuitrusting (dompelpakken, zwemvesten). Militaire piloten worden op regelmatige tijdstippen getraind in overleving op zee en op het land, samen met ejectie-drills, valschermspringen en een opleiding in eerste hulp. Soms worden meer gespecialiseerde opleidingen gevolgd in arctische of jungle survival. Deze survival draagt bovendien bij tot de algemene fitheid en doet de angst bij overleving afnemen. Een goede lichaamsconditie is natuurlijk ook zeer belangrijk in deze situaties |