Het radar
    (Radio detection and ranging)

    Geschiedenis 
     

      Het principe van de radar (Radio detection and ranging) dateert van het einde van de eerste wereldoorlog. Het wordt echter in praktijk gebracht in de tweede wereldoorlog. 
       
       
    Wat zijn radarstralen ? 
     
      Het zijn elektromagnetische stralen. De frequentie van de elektromagnetische stralen gaat van 3 KHz tot 300 Ghz. Tussen deze limieten vinden wij de radio, TV, golven van microgolfovens en natuurlijk de radar ( 300 Mhz- 300 Ghz). 
       
       
    De toepassing in de luchtvaart 
     
     
     
      De radarstralen worden uitgezonden bij middel van een draaiende antenne. Wanneer deze stralen in contact komen met een voorwerp wordt een deel teruggekaatst, een deel wordt geabsorbeerd en een derde deel vervolgt zijn weg door het voorwerp. Alles hangt af van de frequentie van de stralen en de oriëntatie, de samenstelling en de dikte van het voorwerp. De teruggekaatste stralen worden gecapteerd door de antenne. Zij worden omgevormd tot visuele signalen op het radarscherm. Een verticale oxcillerende antenne geeft de hoogte van het vliegtuig aan. Er is nog een secundaire radar die door een automatische ondervraging van het vliegtuig de gegevens (identificatie, hoogte, bestemming) van dit vliegtuig op het radarscherm projecteert. De positie en de identificatie komen samen op het radarscherm. 
       
       
    Biologische effecten 
     
      Indien de stralen geabsorbeerd worden in een lichaam ontstaat er een warmteontwikkeling. De Westerse Wereld legde dan ook gedurende twee decaden de limiet hoeveelheid straling die het menselijk lichaam zonder schade kan doorstaan op 100 W/m2. 
      Landen uit Oost-Europa hechten echter meer belang aan de niet thermische effecten die reeds optraden bij een accidentele blootstelling van minder van 100 W/m2. Deze effecten waren hoofdpijn, slapeloosheid, irritabiliteit, vermoeidheid, geheugenproblemen en stoornissen van het circadiaanse ritme (dagritme). 
      Bij proefdieren veroorzaken radarstralen met een hoge intensiteit en toegediend over een voldoende lange tijdsduur cataract en beschadiging van oogstructuren. Dit is echter wanneer de stralen specifiek naar het oog gericht worden. Indien de radar gericht is op het gehele lichaam zullen echter de thermische symptomen eerder optreden van de oogsymptomen. 
       
       
    Blootstellingnormen 
     
      Een limiet van 100 W/m2 wordt door de Amerikanen en de Engelsen aangenomen als norm bij continu blootstelling (publiek en radarherstelers). Indien de blootstelling niet continu is maar intermittent en telkens van korte duur, ligt de limiet echter hoger. Zoals reeds vermeldt zijn de normen in de Oost-Europese landen veel strenger. De toenmalige Sovjet-Unie bijvoorbeeld legde zijn limiet op slechts 0.1 W/m2 voor continu blootstelling ( tot 8 uur) en 10/w/m2 voor een blootstelling van 15 à 20 minuten per werkdag.
    Analyse van ongevallen 
     
      -in de helft van de gevallen: gevoel van warmte. 
      -praktisch geen klinische verschijnselen ( soms wat roodheid en zwelling van de huid). 
      -psychische angstreactie.