Versnellingen
    1. Inleiding    De moderne jachtvliegtuigen onderwerpen de inzittende aan verschillende versnellingen.In de luchtvaartgeneeskunde worden versnellingen meestal ingedeeld volgens hun duur enerzijds en anderzijds volgens de richting waarin zij op het menselijk lichaam inwerken. 
     
      A. Duur 

    a. Korte duur ( < 1 seconde) 
     

    Hun effect hangt af van de plaats van het lichaam waarop zij inwerken(vb. bij een crash) b.Intermediare duur ( 0.5 à 2 seconden) 
      (vb. bij ejecties, vertrek en landing op vliegdekschepen) 

    Hun effect hangt af van de intensiteit van de versnelling en van de tijd die nodig is om deze versnelling te verkrijgen

    c. Lange duur (> 2 seconden) 
      De effecten van deze versnellingen worden teweeg gebracht door de vervorming van weefsels en organen 

    van het lichaam en door wijzigingen in de verdeling en de stroom van bloed en andere lichaamsvochten. 

     

     

2. De noties "snelheid" en "versnelling"
    a. Snelheid  De snelheid van een bewegend voorwerp is de verhouding van de afstand door dit voorwerp op de tijd die nodig was om die afstand af te leggen. 
    Snelheid (v)=ds/dt
     
    b. Versnelling  De verplaatsing van een voorwerp wordt gekenmerkt door een snelheid en een richting. 

    Elke verandering van één van beide gegevens veroorzaakt een versnelling. 

    a= dv/dt of ds/dt2
     
    3. De soorten versnellingen 
      a. Lineaire versnellingen  Alleen de snelheid verandert de richting blijft constant 

    Lineaire versnellingen oefenen weinig invloed uit op het menselijk organisme ( zij zijn enkel belangrijk bij vertrek en landing op een vliegdekschip of indien zij zeer lang duren zoals bij de start van een ruimtetuig). 
     

    b. Radiale versnellingen  Alleen de richting verandert terwijl de snelheid constant blijft (het nemen van een bocht). 
     
    c. Angulaire versnellingen  Zowel de snelheid als de richting verandert (vb. bij een vrille). 
     
    4. Definities van "g" "en "G" 
      De drie wetten van Newton  a. Een voorwerp in rust blijft in rust en een voorwerp in beweging beweegt zich met een constante snelheid als er een kracht op inwerkt 

    b. Wanneer een kracht F inwerkt op een voorwerp, dan ondergaat dit laatste een versnelling. Deze versnelling is rechtevenredig aan de inwerkende kracht en omgekeerd evenredig aan haar eigen massa. 

    a=F/m

    c. Bij iedere actie ontstaat er een reactie die gelijk is in intensiteit maar waarvan de richting tegenovergesteld is.( dus een acceleratiekracht veroorzaakt een inertiekracht in omgekeerde zin). 

    Het begrip "G" is de eenheid die de inertiekracht, die zelf het gevolg is van de acceleraties, aanduidt in veelvouden van de zwaartekracht op aarde. 

    Bijvoorbeeld: wanneer men zegt dat er een piloot onderworpen wordt aan een versnelling van 3 G, dan betekent dat hij een versnelling ondergaat van: 3x 9.81 m/sec2 of 29.24 m:sec2. 

     
    5. Omstandigheden waarbij de piloot onderworpen wordt aan versnellingen   
     
    a. Lineaire versnellingen  - start (0.5 G) 

    - landing(0.5 G) 

    -gekatapulteerde start (3 à 4 G) 

    - ongevallen (crash) (90 à 100 G) 

    - valschermspringen ( 3 à 4 G) 

    - ejectie (15 G) 
     

    b. Radiale versnellingen  De centripetale kracht bij het nemen van een bocht oefent op de piloot een centrifugale inertiekracht uit.   
    6. Soorten versnellingen    a. + GZ : van het hoofd naar de voeten gericht ( dit gebeurt bij het omhoog trekken van het toestel, bij een looping en bij het nemen van bochten). 

    b. - GZ: van de voeten naar het hoofd gericht ( dit gebeurt bij een omgekeerde looping). 

    c. +GX: van de borst naar de rug gericht (vb: bij het accelereren op de startbaan). 

    d. - GX van de rug naar de borst gericht ( bij het remmen). 

    e. + en -GY: dit zijn de transversale versnellingen die veroorzaakt worden door het trillen van het toestel en hebben minder belang. 

     
     
    7. De + Gz versnelling  a. Algemeenheden  De inertiekracht werkend op het lichaam is gericht van het hoofd naar de voeten. De effecten zijn voornamelijk het gevolg van de krachten die inwerken op de organen die opgehangen zijn (lever, milt, maag, ingewanden, hart, enz...) en de lichaamsvloeistoffen (bloed en cerebrospinaal vocht). Deze vloeistoffen worden door de inertiekracht naar beneden gedrukt. 
     
    b. Subjectieve effecten op het organisme van langdurige + Gz  + 1 Gz: de piloot heeft gewoon het gevoel van het gewicht van zijn lichaam. Wij zijn op de aarde allen blootgesteld aan een versnelling met een grootte van + 1 Gz. 

    +2 Gz: de piloot heeft een gevoel van een matig sterk op zijn zetel gedrukt te worden en een matige zwaarte van zijn handen. 

    + 3 Gz:: het gevoel van zwaarte neemt toe. De bewegingen van de ledematen worden moeilijker en vereisen een werkelijke spierkracht. 

    +3 à 4 Gz: er ontstaan visuele symptomen. Het gezichtsveld verkleint door een verlies aan de periferie ( tunnelzicht). De boordinstrumenten worden gezien door een mist. Dit noemt men de grijze sluier ( of de Grey-out), eerste stadium van de gezichtsstoornissen. Indien de piloot op dit ogenblik het trekken van G's vermindert verdwijnt de sluier onmiddellijk. Indien integendeel, de centrifugale versnellingskracht dezelfde blijft of nog vergroot, krijgen wij de zwarte sluier of Black-out. 

    + 4.5 à 5 Gz: in het stadium van de zwarte sluier of Black-out blijft de piloot perfect bewust. Hij behoudt een juist oordeel over zijn oriëntatie in ruimte en tijd. Het gehoor blijft intact evenals de mentale functies. Het gezicht is echter volledig verdwenen. Het gezichtsvermogen komt terug drie à vijf seconden na het stoppen of verminderen van de centrifugale versnellingskracht. 

    + 4.5 à 6 Gz: de zwarte sluier is een ultieme waarschuwing voor het totale ineenstorten van de cerebrale activiteit. Inderdaad, indien de piloot zijn versnellingskracht blijft behouden of zelfs nog opdrijft krijgen wij een totaal en plotseling bewustzijnsverlies. 

    + 7 à 10 Gz: de effecten verschijnen veel vlugger. De tijd nodig om een Black-out te bekomen is gewoonlijk 4 seconden. Een versnelling van + 10 Gz kan verdragen worden zonder een Black-out of Loss of Consciousness te veroorzaken indien de duur korter is dan 3 seconden. 

     
    c. De fysiologische basis 
      De fysiologische uitleg van deze verschijnselen moet gezocht worden in een zuurstofgebrek ter hoogte van de ogen en hersenen door een pooling van bloed in de onderste ledematen als gevolg van de inwerkende versnelling. De afstand tussen het hart en de hersenen is ongeveer dertig centimeter. Wij kunnen de bloedvaten tussen het hart en de hersenen beschouwen als een vloeistofkolom. In omstandigheden van + 1 Gz oefent deze vloeistofkolom een druk uit van 25 mm Hg. Als de arteriële bloeddruk ter hoogte van het hart 100 mm Hg is dan is de bloeddruk in de hersenen 75 mm Hg, 25 mm Hg minder dan de bloeddruk ter hoogte van het hart, omwille van de hydrostatische druk die moet overwonnen worden. Voor iedere toegevoegde + Gz wordt de bloeddruk in de hersenen verminderd met 25 mm Hg. Bij + 4 Gz bijvoorbeeld is de bloeddruk ter hoogte van de hersenen 0 als de bloeddruk ter hoogte van het hart identiek blijft. Dit betekent dat men normaal bij 4 Gz het bewustzijn zou verliezen. Dit is niet het geval aangezien de fysiologische beschermingsmechanismen een compensatie bewerkstelligen door een verhogen van de bloeddruk en de bloedstroom naar de hersenen. Over het algemeen kan men zeggen dat versnellingskrachten die gedurende minder dan drie seconden inwerken weinig of geen effect hebben op het cardiovasculair systeem. Duren deze versnellingen echter langer dan krijgen wij het fenomeen van de Grey-out, de Black-out en de Loss of Consciousness. 

    De visussymptomen gaan meestal de Loss of Conciousness vooraf aangezien er ter hoogte van de oogbol een supplementaire druk van 12 mmHg op de bloedvaten drukt zodat de bloedvaten ter hoogte van de retina sneller zonder zuurstof geraken dan deze van de hersenen. 

     
    d. De G-LOC (G induced Loss of Consciousness) 
      Wat gebeurt er nu precies wanneer de piloot het bewustzijn verliest ? 

    Wel , alhoewel ogen en hersenen zich op ongeveer gelijke afstand bevinden boven het niveau van het hart, ondervinden bij geleidelijke opvoering van + Gz krachten de ogen het eerst de nadelige gevolgen om redenen die wij vroeger reeds hebben aangehaald. En dus wordt men als piloot in geval van een geleidelijke toename van het aantal G's gewaarschuwd door verschijnselen van gereduceerd gezichtsvermogen (" tunnel vision"- in iets latere stadia "Grey-out" en "Black-out". 

    Een gunstige factor onder dergelijke omstandigheden is dat de situatie vrijwel onmiddellijk verbetert zodra het aantal G's wordt gereduceerd. Er kan daarbij echter gedurende enkele seconden een toestand van verwarring optreden, terwijl sommigen moeilijkheden ondervinden met het focussen van de ogen. Tot zover de situatie in geval er sprake is van een geleidelijke toename van het aantal G's. 

    F-16 toestellen echter die van het ene op het andere moment veel G's trekken en handhaven stellen echter veel andere problemen aan de piloten. De eerste 3 à 4 seconden is er nog weinig aan de hand: de ogen en de hersenen hebben als het ware een zuurstofvoorraad voldoende voor 3 à 4 seconden en zolang de onderbreking van de bloeddoorstroming niet langer duurt ontstaan er geen problemen. Is die zuurstofvoorraad echter eenmaal verbruikt,- en onder die omstandigheden komt dat moment voor zowel de ogen als de hersenen gelijktijdig- dan worden de hersenen uitgeschakeld. En in tegenstelling tot wat we eerder zagen met betrekking tot het gezichtsvermogen, blijven de hersenen gedurende een (variabele) periode uitgeschakeld, ongeacht de bloedvoorziening. Die periode waarin men niet in staat is tot denken, horen, zien en handelen bedraagt minimaal 9 seconden. Het gemiddelde is 15 seconden terwijl de maximale periode neerkomt op 21 seconden. Bovendien gaat het bewustzijnsverlies gepaard met spierreacties die, afhankelijk van het individu, kunnen variëren van enkele samentrekkingen tot heftige clonische bewegingen van armen, benen en hoofd. Doorgaans is er tijdens de herstelperiode welke ongeveer een tiental seconden in beslag neemt, sprake van verwarring en desoriëntatie. Ook is het zo dat het gebeuren meestal samengaat met geheugenverlies voor wat betreft de Loss of Consciousness periode. Het slachtoffer herinnert zich meestal nog wel wat er aan voorafging maar het volgende wat hij zich weer realiseert ( vooropgesteld uiteraard dat hij intussen de grond niet heeft geraakt) is een andere hoogte, positie en snelheid. Ergens is hij zo tot 20 seconden kwijt, maar hij weet absoluut niet hoe en waarom en afgezien daarvan zal hij gedurende een aantal seconden erna nog niet in staat zijn tot efficiënt opereren. Sommigen die het hebben meegemaakt beschreven die "Post GLC-gevoelens" als een toestand van apathie, anderen beschreven ze als een droomachtige toestand waarin alles heel langzaam lijkt te verlopen. 

    Wat gebeurt er nu als men tijdelijk de vlucht als F-16 piloot gedurende 20 tot 30 seconden niet in staat is tot efficiënt denken en handelen ? 

    Wel indien het vluchtpad op het kritische moment boven de horizon is gericht, dan gaat het toestel op zoek naar 1 G, hetgeen vermoedelijk resulteert in een langzame rol, geleidelijk overgaand in een duik. Als men weer tot bewustzijn komt weet men naar alle waarschijnlijkheid niet eens dat men " weg" is geweest. Men voelt zich gedesoriënteerd en verward en men verbaast zich over de afwijkende hoogte en het vreemde vluchtpad. Wellicht pas bij het bekijken van de videotape realiseert men zich dat men het slachtoffer is geweest van een Loss of Consciousness. Indien Loss of Consciousness daarentegen optreedt tijdens een steile horizontale bocht dan gaat men vrijwel onmiddellijk over in een steile duikvlucht. En meestal krijgen we dan een impact met de grond binnen de twintig seconden, dus voor dat de piloot tot het bewustzijn teruggekomen is. In tegenstelling tot wel eens wordt gedacht komt G-induced Loss of Consciousness niet uitsluitend voor tijdens " air to air training", maar ook bij grondschietoefeningen waarbij men onmiddellijk na het lossen van de munitie een steile horizontale bocht pleegt te maken. Indien men op dit ogenblik een Loss of Consciousness doet is dit altijd fataal.

    8. Maatregelen die kunnen genomen worden ter bescherming tegen de uitwerking van hoge + Gz versnellingen op het organisme.
    a. Het straining manoeuvre  Dit manoeuvre bestaat uit een vlugge inademing gevolgd door een persen van de ingeademde lucht tegen een halfopen of gesloten glottis gedurende minimum 2 seconden en maximum 3 seconden. Samen met het strainen is het belangrijk de spieren van de benen, de schoudergordel en de armen samen te trekken om de veneuze return naar het hart te verhogen. Dit manoeuvre noemt men het M1 of L1 manoeuvre (afhangende van de positie van de glottis). Zelfs bij een perfect uitvoeren van het M1/L1 manoeuvre blijft er een kleine decalage in tijd wat de reactie van de bloeddruk betreft. Daarom moet men het manoeuvre starten enkele seconden voor men de G's gaat trekken. b. De positie van de piloot  Men kan zoals in de F-16 zetel van de piloot naar achter kantelen in een hoek van 30 ° met de verticale lijn. Daardoor werken de + Gz versnellingen niet meer volledig parallel met de lichaamsas( hoofd-voeten) in. De verticale afstand hart-hersenen wordt dan ook kleiner. Dit achteroverkantelen kan echter maar in beperkte zin gebeuren aangezien hierdoor het zicht van het instrumentenbord en de omgeving belemmerd wordt. Toch is men in de Verenigde Staten proeven aan het doen waarbij de piloten volledig horizontaal ( in buikligging) liggen. Het instrumentarium van het vliegtuig moet hiervoor echter volledig herdacht worden. c. De Anti G-suit 
      Dit is een soort broek bestaande uit vijf pneumatische zakken: één op het abdomen, één rond elke dij en één rond elke kuit. Een anti-G suit kan door middel van veters nauw aangesloten worden rond het abdomen en de onderste ledematen. Als de pneumatische zakken opgeblazen zijn, verzetten zij zich tegen het ophopen van de bloedmassa op hun niveau. De anti-G suit blaast zich op in een tijdspanne van 2 seconden door middel van een ventiel dat zich automatisch opent wanneer de centrifugale kracht 2 G's overschrijdt. De druk in de pneumatische zakken is evenredig aan het aantal G's. Wanneer men het G trekken stopt ledigen de zakken zich progressief. Deze anti-G suit geeft een bescherming aan de piloot van 2 G. Samen met een goed uitgevoerd M1/L1 manoeuvre geeft het de piloot een bescherming van 3 G. 
     
    d. De "positieve pressure breathing" 
      Een andere methode om de bloedstroom naar de hersenen te verbeteren is het geven van lucht onder positieve druk. Een positieve druk van 44 mmHg zou een tolerantievergroting van 2 G betekenen. Een hogere positieve druk is niet aangewezen aangezien het teveel praktische ongemakken met zich zou brengen. Positieve drukbeademing moet altijd gecombineerd worden met een anti-G suit aangezien anders de pooling van bloed in de onderste ledematen zou kunnen toenemen. 
     
     
    9. Belangrijke factoren die de individuele G-tolerantie kunnen beïnvloeden.
     
     
    a. Chronische lage bloeddruk 
      Omgekeerd is een licht verhoogde bloeddruk gunstig wat betreft de G-tolerantie. 
     
    b. Afstand hart-hersenen 
      Hoe kleiner deze is, hoe beter de G-tolerantie. De Israëlische Luchtmacht bijvoorbeeld geeft voor de selectie van zijn jachtpiloten de voorkeur aan kleine, gedrongen maar krachtig gebouwde personen. c. Deshydratie 
      Dit heeft vooral belang wanneer er gevlogen wordt in streken waar de temperatuur zeer hoog is (bijvoorbeeld het Midden-Oosten). De jachtpiloten hebben daar steeds een supplementaire vloeistofreserve in de vorm van een speciaal in de kledij ingewerkt waterkruikje bij zich. d. Hypoxie 
      Dit doet zich vooral voor bij het vliegen op grote hoogte en bij onvoldoende werking van het zuurstofapparaat. 
     
    e. Hyperventilatie. 
      Dit verschijnsel beïnvloed de G-tolerantie in negatieve zin. 
     
    f. anti-G Straining 
      De belangrijkste factor is evenwel het correct uitvoeren van een tijdige, goed gecoördineerde anti-G straining. Zoals we reeds zagen bestaat het eerste deel van dit manoeuvre uit een snelle inademing gevolgd van een persen van de ingeademde lucht tegen een halfopen of gesloten glottis. Dit persen moet langer dan 2 seconden maar niet langer dan 3 seconden duren. Door de vlugge inademing wordt er veneus bloed naar de borstkas gezogen. Het krachtig persen gedurende 2 à 3 seconden verhoogt de bloeddruk tussen hart en hersenen. Dit persen moet correct worden uitgevoerd. Indien de inademing langer dan nodig, daalt de druk in de thorax, de bloeddruk daalt en de L.O.C. kan voorkomen. Indien het persend uitademen te lang duurt wordt de veneuze return naar het hart verhinderd. Dit vermindert het bloedvolume dat door het hart kan worden rondgepompt en het resultaat is hetzelfde: L.O.C.( Loss of Consciousness). 

    Zelfs wanneer de piloot het manoeuvre correct uitvoert reageert de bloeddruk met een kleine tijdsdecalage. Daarom is het van vitaal belang te anticiperen op het trekken van G's en het manoeuvre dus in te zetten enkele fracties van een seconde voor men G's begint te trekken. Eens men begonnen is met het trekken van G's is het meestal te laat om het manoeuvre te starten. Daarom gebeurt het ook zo dikwijls dat men L.O.C. doet wanneer men de beak-seat zit( dus wanneer men het toestel niet zelf bestuurt). Indien men voelt dat het M1 /l1 manoeuvre te laat is ingezet is de enige oplossing het aantal G's te verminderen en dit zo vlug mogelijk. Dit vergt wel een grote zelfdiscipline vanwege de piloot, zeker wanneer de "vijand" hem op de hielen zit. 
     

    g. De lichaamshouding bij het trekken van G's 
      Een recente studie bij de U.S.A.F. heeft uitgewezen dat de meeste ongevallen met L.O.C. als mogelijke oorzaak voorkomen wanneer men bij het trekken van hoge + Gz het hoofd en/of de romp naar achter draait om een achtervolgende "vijand" in het oog te houden. Het ant-G strainingmanoeuvre is al moeilijk genoeg in ideale omstandigheden zijnde met het hoofd en de thorax recht vooruit. Als daar nog gecompliceerde bewegingen bijkomen ( het hoofd draaien, kijken, spreken,...) wordt het helemaal ondoenbaar. De "defensieve positie" ( dus het hoofd zijwaarts of achterwaarts gedraaid) verhoogt ook de lengte van de hydrostatische vloeistofkolom tussen hart en hersenen , dus vermindert de G-tolerantie. Er zou een verminderde bloedstrooming naar de hersenen zijn in die positie ofwel als gevolg van een direct mechanisch effect op de carotis en de vertebrale arteries ofwel als gevolg van een reflexmatige reactie van de baroreceptoren van de sinus caroticus. 
     
    h. De frequente blootstelling aan G-stress 
      De G-tolerantie wordt ook negatief beïnvloed door een frequente blootstelling aan G-stress. Anderzijds en misschien op het eerste zicht contradictoir kan men zeggen dat wanneer men langere tijd geen G-versnellingen heeft ondergaan de tolerantie eraan eveneens vermindert. Men kan moeilijk de mathematische relatie berekenen tussen de frequentie van blootstelling aan + Gz en de tolerantie eraan. Wel heeft men vastgesteld dat een driewekelijkse blootstelling aan hoge + Gz versnellingen een betere tolerantie eraan geeft dan een wekelijkse blootstelling eraan. Er worden op dit ogenblik testen gedaan op centrifuge om te achterhalen wat de ideale frequentie van blootstelling aan hoge + Gz te hebben ondergaan de tolerantie eraan onrustwekkend doet dalen en dat terug uitvoeren van hoge + Gz vluchten na enkele weken rust(vb. vakantie of ziekte) in zeer progressieve stadia zou moeten gebeuren. 
     
    i. De anit-G suits 
      De anti-G suit moet op de juiste wijze functioneren, hetgeen inhoudt dat hij nauwsluitend en passend is en niet op één of andere wijze beschadigd. Er wordt actueel hard gewerkt aan een nieuwe "high flow anti-G valve" voor F-16 en A-10. De nieuwe valve opent sneller en heeft een grotere doorstromingscapaciteit dan de thans in gebruik zijnde valve. Anderzijds is het experimenteel aangetoond dat het abdominaal gedeelte van de anti- G suit veruit de belangrijkste component ervan is en dat de dij- en kuitcomponenten relatief gezien minder belangrijk zijn. 
     
    j. Training op centrifuge 
      De training op centrifuge kan veel ongelukken voorkomen aangezien men daardoor het correcte strainingsmanoeuver kan aanleren en onderhouden. 
     
    k. De fysieke toestand 
      G's trekken is zeer vermoeiend. Powertraining en body-building worden dan ook ten zeerste aangeraden bij jachtpiloten. Cardiovasculaire conditietraining is ook belangrijk maar er worden grote vraagtekens gesteld over het nut van lange afstandtraining en marathonlopen, sporten die de laatste tijd erg "in" zijn ook bij jachtpiloten. Inderdaad, lange afstandlopers hebben een verhoogde vagale tonus. Hun rustbloeddruk is lager en hij reageert trager bij het trekken van G's aangezien door de vagale predominatie en de hartfrequentie minder snel wordt opgedreven. Ook kan het strainingsmanoeuver dat de nervus vagus nog supplementair stimuleert, de hartfrequentie vertragen. Ook zouden er bij deze peronen vlugger hartritmestoornissen optreden voor en na het trekken van G's en zou er ook een grotere gevoeligheid voor motionsickness bestaan. Tegenwoordig raadt men aan om 20 à 30 minuten per dag aan aerobictraining te doen (niet-meer). Powertraining ter versteviging van de spiergordel van de thorax, hals en bovenste ledematen is ook ten zeerste aan te raden. 
     
    l. Gezonheidstoestand 
      Een goede algemene gezondheidstoestand die alleen maar het gevolg kan zijn van een regelmatige levenstijl zonder excessen op om het even welk gebied is ook zeer belanrijk. Het vroegere beeld van de jachtpiloot die heldhaftig, mannelijk was, die weinig slaap nodig had en een stevig pintje kan verzetten heeft afgedaan ( of zou het tenminste moeten). Als men zich niet volledig fit voelt ( en het ook is) zowel op fysisch als mentaal gebied, zal men vlugger ten prooi vallen aan L.O.C. ook al omdat de meesten onnodig risico's durven nemen om hun fysische zwakheid te verbergen. 
     
    L .Het Push-Pull fenomeen 
      Piloten die onderworpen werden aan + Gz versnellingen onmiddellijk volgend op -Gz versnellingen zullen sneller een L.O.C.doen. 
     
     
     
 
 Iets meer over luchtacrobatie
 

Voor iedere vlucht maakt de piloot in de typische symbolen de schets van zijn acrovlucht. Bij wijze van voorbeeld geven we de schets van een acrovlucht.
 

 
 
1.
Positieve:normale vlucht 
Negatieve vlucht: vlucht op de rug
2.
stall turn 
verticale klim, rotatie rond de as, 
verticale daling
3.
schneider op 45°, halve rol(halve pijl), 
vervolgens 5/8 ste rol
4.
rol rotatie van 360 °, rond de as
5.
"noeud de Savoie" verticale klim, 
looping, op de rug eruit
6.
halve Cubaanse acht twee rollen 
kruiselings onder 45 °, met of zonder 
rotatie
7.
bocht van 180 °
8.
facettenrol 
volledige rol met een stop van 
de rolbeweging elke 90 °
 

P.s: Verdere uitleg kan men vinden onder de rubriek " luchtziekte".
 

-Top-