Survival
 
Inleiding  
Bescherming  
Bescherming tegen verdrinking  
Bescherming tegen de koude  
Bescherming tegen koude op land  
Preventie tegen koude letsels  
Bescherming tegen warmte  
Survival packs  
Lokalisatiemiddelen  
Water en voedsel  
Rantsoeneren van water op land 
Rantsoeneren van water op zee  
Rantsoenen van water in warme klimaten  
Brouwen van drinkwater  
Energietoevoer  
Zout  
Survival training 
 

Inleiding 
 
 

    Ondanks het feit dat de vliegtuigen door de jaren heen steeds betrouwbaarder zijn geworden, worden vliegeniers en hun passagiers soms toch gedwongen om hun vliegtuig te verlaten, om diverse redenen.  

    Vermits het grootste gedeelte van de aarde bestaat uit onherbergzame streken en oceanen, zal deze overleving moeten gebeuren in vijandelijke en gevaarlijke omstandigheden.  

    De overlevingskansen zullen voornamelijk bepaald worden door de omstandigheden, maar men kan toch enkele belangrijke principes aanleren die deze kansen aanmerkelijk zullen doen stijgen. In stijgende volorde van belang zal overleving vooral afhangen van: 
     

  BESCHERMING-LOCALISATIE-WATER-VOEDSEL 
     
     
     
    D.w.z. dat men zich in de eerste plaats moet beschermen tegen de vijandelijke omgeving, waarna men zich snel moet lokaliseren of kenbaar maken om redding mogelijk te maken. Indien de redding op zich laat wachten, moet men op zoek gaan naar water en voedsel. De kans op overleving stijgt ook bij getrainde personen. Uithoudingsvermogen en psychologische weerbaarheid zijn ook belangrijke factoren.  
     
     
 

Bescherming  
 
 
Verlaten van het vliegtuig 

 
 
De overleving begint op het moment dat men het vliegtuig verlaat. Zo zal een jet-piloot zich bij de ejectie op grote hoogte moeten beschermen tegen: de G-krachten van de schietstoel, het spatten van loodfragmenten afkomstig van de MDC van de canopy, de effecten van de grote hoogte vnl. koude en hypoxia.  

Het verlaten van passagiersvliegtuigen op de grond tijdens een noodgeval wordt vooral belemmerd door vuur, toxische rook en paniekreactie van de inzittenden.  

Moderne passagiersvliegtuigen zijn onderworpen aan strenge veiligheidsnormen. Zo moeten er voldoende nooduitgangen zijn en deze moeten duidelijk aangeven zijn en goed bereikbaar.  

Tegenwoordig bestaat er ook een noodverlichting (rijen lampjes in de bodem van het vliegtuig) die de ontsnappingsroute aanduiden en zichtbaar blijven wanneer de passagiersruimte vol rook zit of onder water staat.  

Het boordpersoneel krijgt regelmatig onderricht in overlevingsprocedures bij noodgevallen. In de praktijk is gebleken dat vooral de toxische rook, afkomstig van de verbranding van zetels en binnenbekleding van het vliegtuig, voor vele slachtoffers zorgt. De zichtbaarheid valt immers weg, er ontstaat paniek en de rook belemmert de ademhaling en is ook toxisch. Daarom worden in moderne vliegtuigen meer materialen gebruikt die geen rook produceren en worden aan de passagiers SMOKE-HOODS uitgedeeld ter voorkoming van het verstikkingsgevoel.  

Het verlaten van een vliegtuig onderwater, en dan vooral helikopters, veroorzaakt andere problemen. Wanneer een helikopter in het water terechtkomt zal hij onmiddellijk omdraaien zoadat de cabine onderwater komt. Hierbij zal het reddingsvest en het overlevingspak het verlaten van de helikopter bemoeilijken. Deze procedures worden getraind door helikopterbemanningen in speciaal daarvoor gebouwde «dunkers ».  

     
     
 

Bescherming tegen verdrinking 
 
 

    Ongeveer 2/3 van het aardoppervlak is bedekt met water. De kans is dus groot dat vliegers in het water terechtkomen.  

    Militaire piloten lopen het risico te verdrinken wanneer ze door hun valscherm meegesleurd worden. Daarom bevatten moderne valschermen «water pockets » aan de zijkanten, die het valscherm zullen collaberen in het water. Verder zijn er in de schietstoel rubber vlotten beschikbaar. Zwemvesten, die deel uitmaken van de vlieguitrusting, bevinden zich ook onder stoelen in burgertoestellen.  

 

Zwemvesten 
 
 

    Ze moeten voldoende drijvend vermogen hebben en ervoor zorgen dat het lichaam zich stabiel in het water bevindt, waarbij de ademhalingswegen boven water worden gehouden, zelfs wanneer het slachtoffer bewusteloos is. Het opblazen van de reddingsvesten gebeurt tegenwoordig automatisch bij contact met water. Het reddingsvest moet verder beschermd worden tegen de ejectie, d.m.v. stevige bedekkende stof. Het opblazen gebeurt door CO2-gas, dat zich in een cilindertje bevindt op het zwemvest. Opgeblazen zijn er twee grote volumes op de borst die vastgemaakt zijn t.h.v. de thorax en naar achter toe smaller worden rond de nek. Dit gedeelte dient om het hoofd te ondersteunen. Verder zit er ook in het zwemvest een noodzender, rooksignalen, een kleine eerste hulpset, een fluitje en een zaklamp.  
     
Reddingvlotten 
 
 
    Deze bieden uiteraard een betere bescherming en bestaan in alle maten en modellen, gaande van het éénpersoonsbootje, dat zich onder de schietstoel bevindt, tot de grote vlotten die passagiersvliegtuigen meenemen.  

    Het éénpersoonsbootje bevat een opblaasbare bodem, ter isolatie van het water, en een opblaasbare canopy die de piloot moet beschermen tegen wind en regen of opspattend water. Men gebruikt natuurlijk helle kleuren om de redding te vergemakkelijken. Er is ook een soort anker (een met water gevulde zak) aanwezig om het vlot te stabiliseren en het niet te veel te laten afdrijven. Een kleine eerste-hulp-set is aanwezig die altijd medicamenten bevat tegen zeeziekte.  

    De PSP bevindt zich dus onder in de schietstoel, verbonden met het harnas waarmee de parachute vastzit aan de piloot. Tijdens de ejectie, wordt het PSP losgemaakt van de stoel en zal het tijdens de landing aan een 5 m lang touw onder de piloot bengelen, zodat het geen kwetsuren kan veroorzaken bij de landing. In het water terechtgekomen moet de piloot een hendel overhalen zodat het bootje zich automatisch opblaast. Er bestaan ook zelfopblaasbare automatische systemen. Nadat de piloot aan boord is geklauterd, schept hij het bootje leeg en maakt de canopy dicht zodat hij droog zit en beschermd tegen de weersomstandigheden. Het vlot bevat ook nog reparatiekits, rooksignalen, een radiobaken, een hoeveelheid drinkwater, een zeewater-ontzoutingskit en nog andere overlevingsmaterialen (vislijnen,).  

     
Bescherming tegen de koude 
 
 
Dompelpakken 
 
 
    Het onbeschermde menselijk lichaam zal zeer snel afkoelen in water van zelfs 24°C, zodat de fysische en mentale capaciteiten van het slachtoffer zeer snel zullen afnemen. Dus ieder min of meer lang verblijf in water, zonder bescherming, zal leiden tot hypothermie. Om deze reden werden dompelpakken ontwikkeld (dry-suits, wetsuits). Het gebruik van deze dompelpakken moet zeer oordeelkundig gebeuren, want ze zijn zeer oncomfortabel en warm om te dragen. De bewegingsvrijheid wordt ook veel kleiner. Het uiteindelijk doel is ervoor te zorgen dat de tijd, die nodig is om iemand te redden, ongeveer dezelfde moet zijn als de overlevingstijd die afhangt van verschillende factoren (zie schema). 
 
 
 
 

Bescherming tegen koude op het land 
 
 

    Deze bescherming heeft als doel het warmteverlies tot een minimum te herleiden. Dit warmte verlies gebeurt vooral door convectie. Beschermde kledij moet dus vooral waterproof en windproof zijn. (Wind van ongeveer 10 knopen betekent een temperatuursdaling van 3 °C). Het is dus belangrijk voor schipbreukelingen om beschutting te zoeken tegen de weersomstandigheden. Hierbij moeten ze over de nodige fantasie beschikken, om in de gegeven omstandigheden en met het beschikbare materiaal voor beschutting te zorgen. Sneeuwholen en iglo’s zijn bijvoorbeeld niet gemakkelijk te maken en eisen vakmanschap en veel inspanningen om ze te bouwen. Resten van valschermen, takken en boomstammen kunnen gebruikt worden om tentjes te bouwen. Verder is het aanmaken van vuur zeer belangrijk om zich op te warmen, kleren te drogen, en sneeuw te laten smelten tot drinkwater. Bij zeer koude temperaturen moet men in die mate in beweging blijven dat men juist op de grens zit van het beginnen zweten, want anders kruipt het zweet in de kleren met bevriezing en vernietiging van de isolatiewaarde van de kledij als gevolg. 
 
    Piloten moeten ook gewaarschuwd worden tegen sneeuwblindheid (door het terugkaatsen van UV licht op de sneeuw). Deze beschadiging van de conjunctiva is namelijk zeer invaliderend want ze eist 24-48 uur rust met gesloten ogen. De ideale bescherming gebeurt d.m.v. zon- of sneeuwbrillen.  
 
 
 

Preventie tegen koude letsels 
 
 

    Deze letsels worden onderverdeeld in vriesletsels (te vergelijken met brandwonden) en de zgn. trench-foot, waarbij de letsels ontstaan na zeer langdurige blootstelling aan lagere(niet noodzakelijk onder O°C) temperaturen en vochtige omstandigheden (zoals bij soldaten in W.O. I in de loopgraven). Hier worden vooral handen en voeten beschadigd. Het begin verloopt langzaam en ongemerkt omdat de gevoeligheid daalt. De letsels worden pas zichtbaar en pijnlijk bij opwarming van de lidmaat.  

    Goede bescherming door droge en goed-isolerende schoenen en handschoenen is dus zeer belangrijk. Een goede verzorging van de voeten is noodzakelijk omdat de laarzen meestal niet doorlaatbaar zijn voor zweet, zodat trench-foot kan vermeden worden. Verder moet men elkaar ook voortdurend observeren en nagaan of blootgestelde huid niet wit wordt wat het begin betekend van frostbite.  
     
     

 

Bescherming tegen warmte 
 
 

    Vooral in de woestijn moet men bescherming zoeken tegen de zon en niet in het hete zand blijven staan of liggen om dehydratatie te voorkomen. De kledij moet licht en luchtig zijn en moet het ganse lichaam beschermen tegen zonnebrand en tegen bvb. Zandstormen. ‘s Nachts wordt het dan weer koud in de woestijn en moet men zich extra aankleden. Kledij biedt ook bescherming tegen insectenbeten en zonnebrillen en zonnecrèmes zijn natuurlijk noodzakelijk.  

    Een landing in de jungle veroorzaakt dan weer andere problemen zoals het verstrikt raken in bomen, muggenbeten, malaria, roofdieren, enz.  

    Water kan men gemakkelijk bekomen in de jungle dan in de woestijn. Slangen en roofdieren zijn geen bedreiging indien men ze met rust laat, maar het aanmaken van een vuurtje ‘s nachts is toch een goede raad.  
     

Survival packs 
 
 
    In overlevingsomstandigheden beschikt een piloot enkel over zijn eigen kledij en het materiaal wat plaatselijk voor handen is. Daarnaast beschikt hij over de PSP (Personal Survival Pack). Deze bevatten extra kledij, eten en drinken, lucifers, insecticiden, anti- malaria geneesmiddelen, pillen tegen zeeziekte.  

    De samenstelling van de PSP verschilt natuurlijk volgens het gebied wat tijdens de zending overvlogen wordt.  
     
     

 

Lokalisatiemiddelen 
 
 

    Een zeer gedetailleerd vluchtplan vergemakkelijkt de redding natuurlijk aanzienlijk. Daarnaast beschikt de piloot ook over gesofisticeerde radio- apparatuur die noodseinen kan uitzenden en indien deze defect zou zijn over persoonlijke lokalisatiebakens. Sommige van deze toestellen beschikken over de mogelijkheid van stemcommunicatie. Ze kunnen een reikwijdte hebben tot 95 km, al naargelang het landschap en functioneren op batterijen die eenwerkingsduur hebben tot 24 uur en vervangbaar zijn.  

    Verder beschikt de piloot over vuurpijlen ('s nachts) en rooksignalen (overdag). Deze rooksignalen kunnen ook gebruikt worden om in de sneeuw te schrijven. Zaklampen die werken door onderdompeling in zeewater zijn aanwezig in de reddingsvlotten.  

    Verder bevat het PSP ook heliograafs en fluitjes om de aandacht te trekken binnen een korte afstand.  
     
     

 

Water en voedsel 
 
 

    In normale rusttoestand (zonder zweten) wordt 500 ml vocht verloren door verdamping, 500 ml door de ademhaling en 500 ml langs de nieren. Het koolhydratenmetabolisme produceert ongeveer 500 ml per 24 uur, zodat 1500 ml water moet toegevoegd worden om het lichaam in evenwicht te houden wanneer er geen zweten is, diarree of overgeven.  

    In warm klimaat of bij grote arbeid heeft men natuurlijk veel meer water nodig. Bij gebrek aan water treedt dehydratie op. Een tekort van 3 liter of 5 % van het lichaamsgewicht resulteert in extreme dorst, hoofdpijn, duizeligheid, zwakte, misselijkheid en emotionele instabiliteit. Bij verdere dehydratie treedt tachycardie op en versnelde ademhaling. Bij 5 liter tekort verergert de zwakte, er treedt mentale verwarring op, duizeligheid en cyanose. Bij 10 % verlies aan lichaamsgewicht treedt delirium op en een verslechtering van de nierfunctie. 10 liter vochtverlies (15 % lichaamsgewicht) veroorzaakt verhinderen van de nierfunctie, onmogelijkheid tot slikken en 20 % verlies aan lichaamsgewicht is dodelijk.  
     
     
     

Rantsoeneren van water op het land   
 
Het doel is om het waterverbruik tot het veiligste minimum te beperken om de voorraad zolang mogelijk te sparen. In gematigd klimaat moet men de eerste 24 uur niets drinken. Dit veroorzaakt een matige dehydratie waarbij alle vitale functies behouden blijven. Nadien moet men zo drinken dat de tekens van dehydratie achterwege blijven, nl +/- 500 ml per dag. Lichaamsaktiviteit moet natuurlijk zo georganiseerd worden dat er geen zweten optreedt en men moet vln. Koolhydraten eten, omdat die een watersparend effect hebben.  
     
Rantsoeneren van water op zee   
 
  • Zeewater bevat 3.5 % NaCl en is dus 4 keer zouter dan lichaamsvocht. Wanneer men dus zeewater drinkt moet men nog extra drinken om dit zout uit te scheiden. Bovendien veroorzaakt het drinken van zeewater ook nog overgeven en diarree met nog meer vochtverlies tot gevolg. 
  • Op zee is het echter meestal frisser en de piloot bevindt zich in rusttoestand op zijn vlot, zoadat de overlevingstijd zonder water soms 15 dagen bedraagt, waarbij elke 1500 ml water extra deze periode met 1 dag verlengt.  

    Zoals op het land moet men de eerste 24 uur niets drinken en daarna in die mate dat de symptomen van dehydratie niet verergeren. Bij zeeziekte zal men meer drinkwater nodig hebben door het braken.  

     
     
    Rantsoenen van water in warme klimaten 
       
  • Fysische arbeid moet tot een minimum beperkt worden en zal vooral ‘s nachts gebeuren. Men moet zich zoveel mogelijk afschermen van de zon. Het rantsoeneren van water is hier een groot probleem omdat dehydratie zo snel gebeurt dat men soms doden heeft aangetroffen die nog water in hun bepakking hadden. 
  •  
    Brouwen van drinkwater 
     
     
  • Het water in de PSP zit verpakt in plastic zakjes, maar is meestal beperkt door ruimtegebrek. Er bestaan wel ontzoutingskits en tabletten om water te desinfecteren. Verder bezitten sommige planten ook water zoals kokosnoten, bamboe, cactussen, … 
  •   
      
     
    Koken van gevonden water is noodzakelijk om infectie te voorkomen. Regenwater kan opgevangen worden en water kan bekomen worden door condensatie. (in warme streken zal dit echter een zeer lage opbrengst hebben omdat de lucht zeer droog is)    
     
    Energietoevoer 
     
     
  • Men kan wel enige tijd verder zonder eten maar bij zware arbeid heeft men toch behoefte aan eten om te kunnen overleven. In warm klimaat mag men niet te veel eten omdat de vertering, waterverlies tot gevolg heeft. Zoals reeds vermeld zal men koolhydraten eten omdat deze water produceren bij het verteringsproces en omdat er geen extra water nodig is om ze uit te scheiden. Het hongergevoel wordt echter slechts gestild door koolhydraten en daarom moet er ook wat vet gegeten worden ( toffee’s komen daarom vaak voor in het PSP). 
  • Er kan natuurlijk voedsel bekomen worden door de jacht, maar voor de «geciviliseerde mens » is dit een groot probleem.  

    Indien men twijfelt of een bepaalde voedingsstof te eten is zal men er eerst een kleine hoeveelheid van tot zichnemen en daarna 8 uur wachten. Indien er geen symptomen optreden (braken, diarhee, krampen) mag een volgende kleine hoeveelheid gegeten worden, waarna opnieuw 8 uren gewacht wordt. Indien het eten verdragen wordt kan het als veilig bestempeld worden.  

    Vis en zeewier, overal overvloedig aanwezig, mogen gebruikt worden indien er voldoende water kan gedronken worden.  
      
     

    Zout 
     
     
      Zout is van groot belang in warme klimaten, omdat er veel wordt uitgezweet. Soms is een dagelijks gebruik van 25 mg nodig om de voorraad opnieuw aan te vullen. Er moet echter voldoende water aanwezig zijn, zoniet verhoogt de behoefte aan water nog meer.    
     

    Survival training 
     

       
      De kans op overleving is het grootst wanneer men de gevaren goed kan inschatten en men de juiste acties onderneemt; daarom is een goede overlevingstraining een noodzaak voor alle Varend Personeel.  
         
      Deze training zal verschillend zijn naargelang de operaties. Zo moet cabinepersoneel in een passagiersvliegtuig goed opgeleid worden in het evacueren van passagiers uit het toestel, in overleving op zee en in eerste hulp bij ongevallen. Ook de psychologische aanpak van passagiers in noodsituaties moet aangeleerd worden.  

      Helikopterbemanningen die op boorplatformen vliegen zullen dan weer een grondige « underwater-escape-training » moeten volgen en een correct gebruik van hun overlevingsuitrusting (dompelpakken, zwemvesten).  

      Militaire piloten worden op regelmatige tijdstippen getraind in overleving op zee en op het land, samen met ejectie-drills, valschermspringen en een opleiding in eerste hulp.  

      Soms worden meer gespecialiseerde opleidingen gevolgd in arctische of jungle survival. Deze survival draagt bovendien bij tot de algemene fitheid en doet de angst bij overleving afnemen. Een goede lichaamsconditie is natuurlijk ook zeer belangrijk in deze situaties